In deze tijd van jaarrekening en straks de voorjaarsbegroting en alles wat eraan hangt, gaat het vooral over geld. Hoe is en wordt het besteed en waaraan. Dat blijkt in de praktijk allemaal niet zo duidelijk. De jaarrekening communiceert slecht en laat vooral nieuwe raads- en commissieleden soms verbijsterd achter. Het obligate gevraag om uitleg levert vaak niets of nauwelijks iets concreets op en tenslotte laat menig partij het na om echt inhoudelijk de diepte in te gaan. Gebrek aan kennis en desinteresse omdat het toch allemaal al gebeurd is?In feite verdient de jaarrekening beter. Het is het visitekaartje van het gemeentelijk bedrijf. Dat het verwordt tot een "lees maar er staat niet wat er staat" is een teken dat er iets mis is. De eerste schuldige is waarschijnlijk de politiek zelf. Jaren lang toegefelijkheid en vragen naar mini details veroorzaken bij de ambtenaren het gevoel dat er toch niet gekeken wordt. Daarbij komt dat voor de organisatie de beoordeling van de accountant veel belangrijker is. Ondanks pittige aanmerkingen van de accountants, wat daarna in één geval achteraf nog een collegebesluit ter correctie nodig maakte, roept de aanbiedingsbrief zelfverzekerd dat er opnieuw een volledig goedgekeurde verklaring is ontvangen. Daarbij voorbij gaande dat de opmerkingen van de accountants aperte onvolkomenheden signaleerden met suggesties voor verbetering. Het één kan naast het ander bestaan maar de opmerkingen over reserves en grote projecten, de accountant weet de echte aandachtspunten goed te vinden, werpt een zware schaduw over de jaarrekening. Onze conclusie is dat er netjes geadministreerd is, maar dat om wat voor redenen dan ook is nagelaten de risico’s en dekkingen op langere termijn duidelijk naar voren te brengen.Dat versluieren, als ik het zo mag noemen, vindt echter bewust of onbewust in de hele jaarrekening plaats. Dat veroorzaakt dan twijfels over de kwaliteit van de uitvoering van de praktische doelstellingen die er toch zijn. Dan heb ik het niet over de programma begroting. Daar worden op basis van onbekende kostenplaatjes extra resultaten gevraagd zonder een bijbehorend extra bedrag te kunnen aangeven. Deze bezigheid, ik noemde het al eens blindemannetje in het donker spelen, heeft geen enkele zin. Toch wordt het elk jaar weer gespeeld. Het feit dat de raad daaraan mee blijft doen is bestuurlijk een aanfluiting. Politieke doelstellingen en daarnaast praktische uitvoering moeten de aandachtpunten van de raad, het college en de organisatie zijn. Geld maakt macht wanneer je het goed gebruikt. De jaarrekening veroorzaakt soms een gevoel van machteloosheid, van achter de feiten aan lopen. Van beleid als doel in plaats van middel.Daar wat aan veranderen is machtig. Of de grote partijen dat kunnen? En willen? Voorlopig bewijzen ze keer op keer in staat te zijn personen in de raad te brengen. Nu nog de macht pakken! Dat is een stuk lastiger, maar ook veel interessanter.