In de Telegraaf van 27 mei schrijft Annet de Jong onder het kopje “Woninghuren straks radicaal opgeschroefd” dat huurder vanaf 2008 geconfronteerd worden met forse jaarlijkse huurverhogingen. De huren mogen dan substantieel opgeschroefd worden in de hoop (er staat: “onder de voorwaarde” ) dat er gestaag nieuwe woningen gebouwd worden. De ambtenaren van VROM onder leiding van minister Dekker hebben dit in een conceptnotitie over de modernisering van het huurbeleid aan de ministerraad voorgelegd.
De huurbescherming zou zodoende na ruim dertig jaar ten einde komen.
Ons landje zou zichzelf niet zijn als de VVD minister geen overgangsperiode heeft laten inboeken maar vanaf 2009 kunnen verhuurders naast de inflatie onder omstandigheden nog tot drie procent extra huurverhoging bijtellen. Het doel is natuurlijk meer woningen en het kabinet geeft daarbij aan (alsof dat nog gezegd moest worden) dat bij de nieuwbouw de nadruk komt te liggen op middeldure en dure huurwoningen en dat de helft van alle nieuwe woningen straks uit huurhuizen bestaat.
Kennelijk vindt de minster dat de huren in Nederland te laag zijn. Of anders gedacht. Zij vindt misschien dat de Nederlanders gewoon niet genoeg aan huur betalen. (Zo houden zij geld over waarmee ze misschien andere dingen doen?) Een feit is dat de markt niet doorstroomt en dat de middeninkomens lekker goedkoop blijven wonen, terwijl ze toch volgens overheden zouden moeten doorstromen naar koopwoningen of duurdere huurwoningen. Dat werkt in de praktijk niet of nauwelijks gezien de prijzen van nieuwbouwwoningen en de legbatterij-achtige opzet van nieuwe wijken in den lande. Zal je gezellig in een portiekwoning in Utrecht zitten voor een prikkie met kroegen en winkeltjes in de buurt en moet je enthousiast worden voor een kippenhok in de nieuwbouw waarbij je ook nog een auto moet aanschaffen wil je boodschappen in huis kunnen krijgen of een biertje gaan drinken. Overigens blijkt dat voor heel veel mensen, die wel zouden willen kopen, het leenbedrag wat de banken gezien hun inkomen zouden toestaan, voor het grootste gedeelte van de huizen niet toereikend is. (RIGO, research en adviesbureau gespecialiseerd in woon- en leefomgeving van mensen stelt dat in Amsterdam voor 70 procent van de huurders tussen de 20 en 60 jaar, zonder huursubsidie, het leenbedrag 175.000 euro is. Nog geen kwart van de koopwoningen ligt onder die prijs.)
Woningcorporaties blijken voor een belangrijk deel forse reserves te hebben en investeren dat vaak niet snel genoeg mede dankzij de enorme hoeveelheid rompslomp verbonden aan het opzetten van nieuwe plannen en de uitvoering daarvan. Zo’n seniorenwoongemeenschap zoals die verleden jaar ontstond in de Doorslag in Nieuwegein is wel een kwestie van zo’n zes jaar lang praten, duwen, smeken en adrenaline maken! Wat dat betreft stellen we de minister voor om bij het bovengenoemd voorstel in haar eigen ministerie ook eens andere zaken zoals werkverschaffende maar verder overbodige regels op de korrel te nemen. Wanneer ze eens een paar andere ministeries bezoekt dan kan ze ook nog een aantal zaken in haar plannen meenemen.
Wanneer zij begint het artikel in het AD van zaterdag 29mei, getiteld: “Precies genoeg om niet dood te gaan”, eens aandachtig te lezen. Wanneer men daar ziet in hoeverre senioren met AOW en soms een ietsje meer in feite afhankelijk zijn van redelijk lage huren en of huursubsidie, dan begrijpt men onmiddellijk wat voor effect die huurverhogingplannen gaan veroorzaken. Want niemand gelooft toch dat het beoogde effect alleen maar voor duurdere huizen en hogere huren zal gelden. Immers hoe meer er duur gebouwd wordt, hoe meer de druk zal toenemen op het goedkoopste gedeelte van de markt. Zouden ze bij VROM wel eens bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) kijken? Daar weten ze precies hoeveel ouderen in Nederland op of onder de armoedegrens leven. Zie ook het artikel “Opa heeft altijd dezelfde kleren aan” in het NRC handelsblad van 5 april.
De VSP zegt tegen deze minster en de rest van het kabinet: Bovendien gaat het niet alleen om ouderen die geen of slechte pensioenvoorzieningen hebben en dus vooral van de AOW moeten leven. Het gaat ook om al die werklozen en WAO-ers, tezamen zijn dat zo’n 1,5 miljoen mensen en hun partners, die afhankelijk zijn van AOW en uitkeringen. U weet dat de meeste van hen nu en straks qua inkomen niet of nauwelijks meer vooruit gaan. U zou dus moeten weten dat het gezond maken van de huizenmarkt middels huurverhogingen over de ruggen van de inwoners van dit land voor een groot deel van onze medelanders letterlijk een ramp is! U zou moeten weten dat het buitengewoon inflatoir werkt en slechts de marges van de bouwwereld en wooncorporaties en de inkomsten van grondbezitter waaronder gemeentes verhoogt. U streeft ernaar de loonsommen zo min mogelijk te laten groeien teneinde onze concurrentiepositie te verbeteren. Hoe kunt u daarbij huren en huizen in prijs verhogen? Dacht u dat daardoor loonmatiging gemakkelijker wordt? Wanneer gaat u een beetje integraal denken?