Binnenkort zal er in de Nieuwegeinse politiek breed gesproken worden over het dualisme. Wat de VSP betreft boeit dat niet erg. Het Dualisme werkt niet in Nieuwegein en op heel veel andere plaatsen ook niet. Vaak een kwestie van poppetjes. Maar ook vanwege een ingebakken contradictio. VVD-fractievoorzitter Peter Hendriks uit Grave verwoordde dat als volgt met een vraag in het VNG-magazine van 14 januari. “Misschien kan iemand eens uitleggen hoe raadsleden met sturen op hoofdlijnen vooraf kunnen combineren met een grotere externe oriëntering op de samenleving. Die samenleving is immers nauwelijks geïnteresseerd in hoofdlijnen, ook niet waar het de landelijke politiek betreft, maar wél in het bestemmingsplan voor de achtertuin.” Einde citaat. Inderdaad lijkt het gedachtegoed van veel hoogmogenden en hoogleraren van allerlei soort heel ver weg te zweven van de alledaagse werkelijkheid van burgers en raadsleden in een stad.
Zo hebben we daar de mensen van de Frans Halshage, Rembrandthage en Adriaan van Ostadehage. Zij vechten al tijden met de windmolens van de ambtelijke organisatie. Die uit zich naar het schijnt vooral in vertragingen door geen antwoorden of te laat antwoorden. Dat gaat dan niet over een weekje of twee. Maar de maanden en soms zelfs jaren rijgen zich aaneen, terwijl de irritatie groeit. “Ook dat nog” in een lijstje. En dat alles vanwege een opbouw van de achterliggende rij huizen die van tweehoog nu opeens driehoog zijn geworden en dus extra schaduw veroorzaken en de privacy doen verminderen aldus de klagers die ook nog andere argumenten hebben. Uiteindelijk gebeuren er dan allerlei dingen middels een planschadecommissie en een onafhankelijk adviesbureau en worden de klachten afgewezen inclusief het verzoek om planschade Tenslotte na een raadsvergadering wordt de procedure herhaald met hetzelfde resultaat. Daarna nog een keer inspreken zonder resultaat.
Maar hoe vervelend de traagheid van de gemeentelijke organisatie ook is, en dat voelt de politiek net zo aan, er is een procedure gevolgd. Daar komt een uitkomst uit. Die bevalt niet. Maar daar gaat de commissie niets aan veranderen. Eenvoudig weg omdat het niet hun functie is. Willen ze dat toch, en sommige vooral nieuwere partijen rollen dan met hun spierballen, dan wordt het proces herhaald. Natuurlijk praktisch altijd met het zelfde resultaat. Vraag het de politiek en het bureau of de planschadecommissie gaat opnieuw aan de slag om onmiddellijk met andere uitkomsten komen? En dan vraagt de andere partij het ook aan de politiek en dat gaat alles weer veranderen? Dat lijkt een doodlopende weg.
Deducerend hadden de mensen van de betreffende straten daar eigenlijk zelf wel achter kunnen komen. Dat lukte waarschijnlijk niet meer uit ergernis. Ergernis is niet het middel om zo’n zaak te regelen. De vertraging is dus een grote schuldige. Daar kan de politiek wat aan trachten te doen. Onderwerp snel en goed antwoorden staat duidelijk op de meeste politieke agenda’s. Dan gaat het om zichtbare grote lijnen. De stoeptegel en het schadevergoedingsproces zijn echter geen politieke zaken. Die moeten opgepakt en geregeld worden middels de procedures en organisaties die daar voor staan. Tot en met de rechter toe. Loopt de procedure niet? Dat vernemen wij als politiek graag. Dan kunnen we reageren en op de juiste plaats druk uitoefenen. Maar dan moet het wel objectief duidelijk zijn dat het fout is gegaan. Het “Ik vind dat” is in deze meestal niet voldoende.
Moraal van het verhaal? Hoe meer de gemeentelijke organisatie goed weet te werken, inclusief snel en adequate communicatie, hoe minder de politiek zich met stoeptegels en andere slordigheden hoeft te bemoeien. Dan kunnen ze dus echt bezig zijn met dualistisch richting geven en met de burgers praten over de richting die de stad moet gaan. Maar dan moeten college en organisatie wel goed volgen. Dat nu, gebeurt onvoldoende.