In een recent en interessant artikel van Balth de Winter van O.N.S. hier op De Digitale Stad Nieuwegein, schrijft hij over samenwerken. Grosso modo heeft de oppositie de meerderheid zegt hij maar die is zo verdeeld dat de bij elkaar kruipende oude partijen, mede dankzij het restzetelsysteem, elkaar stevig vasthoudend met een klein partijtje erbij, de meerderheid weet te houden. Daar tegenover staan nu weer acht andere partijen die vaak alleen maar hun eigen liedje zingen. Jammer vindt de heer de Winter en vraagt zich af waarom dat niet harmonischer kan.
Balth heeft gelijk. Waarom kunnen de coalitie partijen dwars tegen het landelijk geharrewar in wel samen werken en de oppositie niet. Deze goede vraag gaat wat verder dan de gedachte dat de Raad nauwelijks aandacht trekt omdat er zo slecht gediscussieerd wordt. Eén van de redenen waarom in Nieuwegein in de politiek alles nu anders schijnt te moeten. Dat gebrek aan belangstelling komt volgens anderen ook vanwege de onbegrijpelijkheid van onderwerpen en activiteiten die de Raad moet/mag bespreken.De kiezer komt in de raadszaal wanneer er zaken besproken worden die hij of zij belangrijk vindt. Procedureel gedoe werkt buitengewoon afschrikkend en werkt vaak jaren door. Bovendien ontstaat de vraag waar die Raad zich eigenlijk mee bezig houdt. Wanneer er een belangrijk stuk is en de oppositie gaat vereend en verstandig aan de slag, wordt het voor de coalitie gewoon moeilijker om zonder slag of stoot het collegevoorstel te accepteren. Dan komt er een echte uitwisseling van standpunten. Dat is politiek aan het werk. Dat maakt het schouwspel voor de inwoners interessanter. Wat dat betreft ligt dus de bal bij de oppositie. Maar wanneer er goed gespeeld wordt, gaat er altijd wel een coalitiepartij meespelen.Hoe verbeter je dus het spel van de discussie. Het eerste is de regels goed kennen. Het is prachtig om vanuit een permanente staat van wantrouwen voordurend ophef te veroorzaken. Maar wanneer het meer gaat om ophef dan om een goede gedachtewisseling, bereik je niets en leunt de coalitie tevreden onderuit. Weg dus van emoties en geruchten en op naar de kern van de zaak, de kosten die er aan verbonden zijn en de resultaten die het oplevert voor de inwoners van onze stad en of de gemeentelijke organisatie. De eerste regel is dus kijken naar het doel van het voorstel. Wanneer dat duidelijk is, komt de vraag of we dat ook willen. Daarbij moet gekeken worden hoe het doel bereikt gaat worden en of we dat echt weten uit te voeren en kunnen blijven betalen. Daarna kijken of die haalbare kosten – baten situatie nu echt die prioriteit moet hebben ten opzichte van andere zaken die we ook wel willen of moeten doen. Dat is belangrijker naarmate de middelen schaarser zijn.Nemen we een voorbeeld. De brug over het Amsterdan-Rijn kanaal bij de Plofsluis à raison van 10 miljoen euro, waarvan Nieuwegein zo’n 2 miljoen bijdraagt, is beslist een van de leukste ontwikkelingen voor onze stad en opent een groot aantal mogelijkheden. Wanneer we het niet doen staat er een enorm bedrag, wat nu provinciaal geoormerkt is, op de tocht en dat komt ook niet meer zo gauw terug. De kernvraag is of die 2 miljoen uitgegeven moet worden terwijl we straks gezien de aankomende bezuinigingen, misschien te weinig geld hebben voor sport en cultuur, waaronder ook de Kom en de bibliotheek vallen. Probleem een, dat laatste weten we nog niet. Probleem twee, we hebben naar de provincie en het BRU altijd gesteld dat we dat geld wel willen uitgeven. We hebben het er ook voor gereserveerd. De veranderende tijden spelen ons hier dus parten.Leuke opgave voor acht partijen om hier een benadering te ontwikkelen die regelt dat een ieder tot zijn recht komt. Dat maakt dat er goede vragen en suggesties komen en dat de collegepartijen dwingt om duidelijk neer te zetten wat ze willen en hoe ze gaan kiezen. En dan zoals Balth de Winter schreef, moeten we ook in staat zijn om een beetje water in de wijn te doen, onderling naar elkaar toe en ook naar die collegepartijen toe. Al doende leren zij ook om hun College onder druk te zetten om met betere stukken te komen in voornbereiding naar goede discussies. Die dan ook nog voor de inwoners begrijpelijk en interessant moeten zijn.Voorwaar de democratie is een ingewikkelde zaak.