De gemeenteraad van Nieuwegein heeft recent een discussieavond gehad over de notitie wijkeconomie. Daarin is aangegeven dat de gemeente het inwoners makkelijker wil maken om ondernemer of zelfstandige (ZZP) te worden met dienstverlening vanuit huis of de wijk.
Het CDA heeft met diverse kleine ondernemers gesproken en daaruit bleek dat er momenteel juist drempels worden ervaren in het ondernemen vanuit huis. Inwoners van Nieuwegein mogen maximaal 35% van hun woning gebruiken voor een aan huis verbonden werkactiviteit, zoals een kapper, schoonheidssalon of fietsenmaker. Een van de voorwaarden is dat het niet mag gaan om detailhandel.
Deze voorwaarde lijkt op het eerste gezicht vanzelfsprekend, maar in de praktijk is het minder vanzelfsprekend dan het lijkt. Het verrichten van bepaalde activiteiten brengt namelijk soms ook de vraag naar verkoop van producten met zich mee en die mogen eigenlijk niet verkocht worden. CDA-raadslid Roelof de Wild vindt dat opmerkelijk: “Een fietsenmaker kan géén fiets repareren zonder nieuwe fietsonderdelen te verkopen. Dit beleid is onhoudbaar als je wil dat werken loont en kleine ondernemers juist de ruimte wil geven.”
Het CDA heeft de praktijksituaties van de ondernemers aan de gemeente voorgelegd en zou graag willen weten of ontheffingen verleend kunnen worden als de verkoop van producten voor aan huis verbonden werkactiviteiten onlosmakelijk te maken heeft met het verrichten van de werkactiviteiten.
Op 5 maart j.l. heeft ook een landelijke krant aandacht geschonken aan deze kwestie.