Woensdag 29 juni was de laatste raadsvergadering van het politieke jaar 2010/2011. Deze raadsvergadering blijft me nog wel even bij, want het was de eerste raadsvergadering na de brand in de Geinsche hof. Burgemeester Backhuijs gaf een heldere uiteenzetting van de stand van zaken rondom de calamiteit en over de weg die nog te gaan is. Want de brand is dan wel bestreden maar er volgt in dergelijke gevallen een lang nazorgtraject wat veelal net zo inspannend is als het bestrijden van de brand zelf.
Een terecht woord van lof sprak de Burgemeester uit naar alle vrijwilligers die geholpen hebben tijdens de calamiteit. Ik vond het een bijzonder gevoel om te zien dat zoveel mensen behulpzaam zijn geweest tijdens de brand. Er was sprake van een ruime mate van zelfredzaamheid van de mensen in en rondom de Geinsche hof. Iedereen die maar enigszins in staat was te ondersteunen stak de handen uit de mouwen. Deze zelfredzaamheid geeft mijn inziens de professionele hulpverleners meer ruimte om hulp te verlenen aan diegene de hulp het hardste nodig hebben.
De burgemeester kondigde al enkele onderzoeken aan naar de oorzaak en bestrijding van de calamiteit. Onderzoeken die vanzelfsprekend nodig zijn om vragen te beantwoorden die wij als VVD hebben. Maar het is nu van belang dat die onderzoeken goed gebeuren en dat we nu vooral niet de slachtoffers uit het oog verliezen. Deze hebben onze steun nu hard nodig. Maar helaas lijkt in de politiek bij sommige partijen het eerder te gaan om te scoren op eventuele fouten van andere en wordt nog in diezelfde laatste raadsvergadering verzocht om meer onderzoek dan aangekondigd omdat de onafhankelijkheid van de aangekondigde onderzoeken vooraf al in twijfel worden getrokken.
Wat is dat toch met onderzoeken in onze raad? Sommigen lijken er totaal niet mee om te kunnen gaan.
In diezelfde raadsvergadering wordt een motie vreemd aan de orde ingediend door de SP. Dit omdat zij het door het onafhankelijke onderzoeksbureau Berenschot uitgevoerd onderzoek naar de vermeende misstanden in de PAUW-bedrijven, in twijfel trekken. Het zou onzorgvuldig zijn en weinig valide. Dit in tegenstelling tot het door de SP IJsselstein opgemaakte onderzoek, wat overigens veel lijkt op een bloemlezing van uitspraken van medewerkers. Dit laatste onderzoek is ook wel bekend als het zwartboek en heeft al veel stof odoen opwaaien. Zo ook in de Nieuwegeinse raad. Uiteindelijk wordt de motie verworpen. Niet zo zeer omdat de motie totaal geen hout sneed maar meer omdat de gevraagde actie, om een plan van aanpak te maken met daarin de verbetersuggesties van Berenschot, al waren toegezegd door het bestuur van de PAUW-bedrijven.
Enkele andere onderzoeken, welke door sommige raadsleden in twijfel werden getrokken waren de onderzoeken van de nationale ombudsman en de VROM-inspectie over de asbestzaak aan de zwanenburgerschans. Ook deze onderzoeken werden door sommige partijen op sommige punten in twijfel getrokken en beoordeeld als kwalitatief onvoldoende.
Nog een onderzoek, wat gedaan is door het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten(BING) inzake de kwestie Bakhtali, leidde tot felle discussie in de Nieuwegeinse raad. De integriteit van het onderzoeksbureau BING stond op een gegeven moment ter discussie bij sommige partijen. De hele kwestie heeft de gehele Nieuwegeinse raad toch wel enige tijd gegijzeld. Ik vraag mij oprecht af op basis waarvan je onderzoeken van dit soort instellingen in twijfel kunt trekken.
Hierboven is nog slechts een opsomming van enkele onderzoeken welke aan bod zijn geweest in de raad. Er volgen er nog wel enkele de komende periode. Denk maar eens aan het onderzoek wat nu loopt naar de overlast rondom de coffeeshop. Ik denk dat er geen wetenschappelijk onderzoek voor nodig is om tot de conclusie te komen dat voor sommige raadsleden de uitkomsten van dat onderzoek niet worden geaccepteerd. Waarom blijven we dan toch maar van die onderzoeken tegen hoge prijzen doen? Misschien is dat een onderzoek waard. Er valt dus nog genoeg te bediscussiëren in de Nieuwegeinse raad.
Mark Snoeren
raadslid VVD Nieuwegein