De uitspraken van de Utrechtse PVV-voorman Henk van Deún over de ULU-moskee zijn niet strafbaar. Dat zegt de discriminatieofficier van het Openbaar Ministerie. Van Deún, ook werkzaam voor de gemeente Nieuwegein, zei eerder dat hij de moskee in de Utrechtse wijk Lombok “bij wijze van spreken het liefst ziet afbranden.” Van Déun geeft de dagelijkse leiding aan de Regionale Sociale Recherche en coördineer de werkzaamheden van de unit P&O bij de gemeente Nieuwegein.
“Wij zijn echt tegen moskeeën in dit land. Wij erkennen de islam niet als godsdienst. Het is een ideologie, net als nazisme”, zei de PVV’er en ambtenaar bij de gemeente Nieuwegein. Deze uitspraak was voor de ULU-moskee reden om aangifte te doen van discriminatie.
NIET SCHULDIG
Het Openbaar Ministerie heeft de uitspraken getoetst en concludeert dat Van Deún zich niet schuldig heeft gemaakt aan overtreding van één van de discriminatie-artikelen in het Wetboek van Strafrecht. De wet stelt volgens het OM dat er sprake is van discriminatie wanneer een uitlating betrekking heeft op een groep mensen wegens (onder meer) hun ras of godsdienst. Kwetsende uitlatingen over een godsdienst, zoals gedaan door Van Deún, zijn niet strafbaar.
Voor aanhangers van de betreffende godsdienst kunnen dergelijke uitlatingen grievend zijn, erkent het OM, maar het betekent niet dat de uitlatingen betrekking hebben op de aanhangers zelf. “Dat maakt dat de uitlatingen van de PVV’er, hoe kwetsend of schokkend ook, in de zin van de wet niet strafbaar zijn. Evenmin is er sprake van opruiing aangezien niet wordt opgeroepen tot het plegen van strafbare feiten. Dit betekent dat de aangifte niet tot strafrechtelijke vervolging zal leiden.”
Foto: Jiri Glaap, RTV Utrecht