In februari rukt de belastingdienst uit met camera’s en andere registratiemiddelen om het gebruik van lease-auto’s te gaan controleren. Er schijnt teveel privé gebruik gemaakt te worden van de auto. Dit berichtje valt samen met een bericht van de politie hier in Nieuwegein. De plaag van diefstallen en inbraken in sommige wijken is nauwelijks meer in de hand te houden. De politie zit aan haar maximum qua tijd en inzet en vraagt de burgers om beter op elkaar te letten. Het valt op dat sommige wijken meer getroffen worden door de plaag dan andere.Natuurlijk begrijp ik de oprechte zorg van de politie, maar het is een merkwaardig signaal in deze tijd. De afgelopen decennia hebben we zorgvuldig gewerkt aan de individualisering van de samenleving en laten we observatie en waarneming steeds meer over aan camera’s en andere elektronica. Weg van de solidariteit en het collectief en steeds meer voor onszelf zorgen. Dat we daarbij ook dagelijks een rol spelen voor een van de talloze ‘verborgen’ camera’s moeten we maar op de koop toenemen. De aanwezigheid van de camera’s is ons verkocht als een bijdrage aan een veiliger leefomgeving.Ik voel me in die omgeving lang niet altijd thuis. Niet omdat ik cameraschuw ben of iets te verbergen heb, maar juist omdat ik me meer thuis voel bij mensen die om elkaar geven en op elkaar letten. Dat doen ze omdat ze samen iets hebben opgebouwd en samen iets delen. In dat opzicht vind ik de oproep van de politie eigenlijk wel schokkend. Het gaat niet over een werkelijk grotere compassie voor andere mensen, maar slechts over het vereenvoudigen van de handhaving. Er kunnen meer inbrekers gepakt worden als we beter op onze buren letten.Eerlijk gezegd zit ik op dat soort aandacht van de buren niet te wachten. Het idee dat mijn directe woonomgeving door buren geobserveerd gaat worden op onregelmatigheden en vreemde vogels, geeft mij een gevoel van naaktheid en kwetsbaarheid. Nu heb ik niks tegen naaktheid of kwetsbaarheid, maar dan wel graag voor een door mij zelfgekozen publiek.Eens in de zoveel tijd moet je als kunstenares wel met de billen bloot. Je kunt heel lang rustig werken in de veilige omgeving van je atelier, maar er komt een moment dat je publiek ook graag weer eens wil zien van je werk. Een expositie is een moment van de waarheid en in ieder geval een gelegenheid om je werk publiek toegankelijk te maken. Of het nu een grote of een kleine expositie is, het blijft een spannende zaak. Vrijdagavond opent in het KCN-gebouw in de Kerkstraat een groepsexpositie waar ook werk van mij te zien zal zijn.Bij de expositie ‘was getekend’ staan nu eens tekeningen centraal in plaats van schilderijen. Daarnaast zal er ook keramiek te zien zijn. Qua stijl en inhoud mag je inderdaad van mij verwachten dat ik het maken van naakten en erotische kunst nog steeds als een uitdaging zie. Ik ben ervan overtuigd dat de expositie voor veel kunstliefhebbers het nodige te bieden zal hebben.Op dat soort momenten kies ik zelf voor het zoeken naar aandacht en observatie, naakt en kwetsbaar. Iedereen die dat begrijpt en wil zien waarmee ik bezig ben, is van harte welkom.Afrodite