Een jaar geleden citeerde ik de uitspraak van Annemarie Jorritsma: "Denk niet vanuit de regels maar vanuit de logica van de burgers." In het VNG Magazine van 10 maart wordt in een artikel over een goed raadslid worden een tiental punten besproken. Punt 6 zegt: "Je bezighouden met hoofdlijnen is aardig, maar het venijn zit in de details."De voorjaarsnota van ons Nieuwe college gaat in wezen over 14 punten. Een beperkt aantal hoofdlijnen vinden we prima. Het is een verandering ten opzichte van het verleden en heel belangrijk. Ik noemde zo’n verandering een paradigme change, een verandering van het fundamentele denken en doen. Daar zet dit college de eerste stap voor. Er moet nog veel gebeuren om politiek en organisatie ook mee te laten stappen, noodzakelijk omdat er anders geen verandering plaats vindt.De voorjaarsnota is nog niet "echt" veranderd. Korter en goed geschreven, sluipen er onvolkomenheden in, reflexen uit het verleden die niet zo maar weg gaan.. Dat is goed zichtbaar bij het eerste kernpunt: Wijkgericht samenwerken. Daar wordt het helder dat er voor het verkrijgen van veranderingen nog veel werk verzet moet worden. Onder de vraag: "Wat gaan we in 2006 concreet doen?" staat het volgende:"Tot nu toe is het wijkgericht samenwerken beperkt gebleven tot allerlei vraagstukken op het terrein van het beheer van de openbare ruimte. Het beleid van het college is er op gericht om dit uit te breiden met het tijdig signaleren van problemen in wijken en buurten, het bevorderen van sociale cohesie en veiligheid, stimuleren van vrijwilligerswerk en mantelzorg en een goede samenwerking tot stand brengen tussen woningbouwverenigingen, onderwijs-, welzijns- en zorginstellingen, politie en ambulante jongerenwerkers. Hierin ligt een taak voor bewoner, wijknetwerken, instellingen en organisaties én het gemeentebestuur."Vervolgens staat er een halve pagina vol met taken van deze districtmanagers. Waar zit nu het probleem. Die zit in die tekst. Daar staat niet wat het college wil bereiken. Er staat wat er allemaal nodig zou zijn en gedaan zou moeten worden, waarbij doel, middelen, methode en betrokkenen door elkaar lopen. Wat er bereikt moet worden hangt tussen de wal en het schip.De heer Lubbinge formuleert dat tijdens de presentatie van de voorjaarsnota aan de pers echter heel kort en bondig: "Nieuwegein maatschappelijk beter een aangenamer maken". Dat is bijna perfect. "En zo houden", mag er van ons wel bij. Dat omvat ook een pakket eerdere plannen die dat ook willen. De gemeente completeren met een fraaie binnenstad. De wijken vernieuwen en aanpassen waar nodig.Een regie gemeente worden. Sturend optreden bij de initiatieven van burgers en inwonersgroepen. "De stad terug geven aan de burgers". De WMO roept over Meedoen en de Civil Society waar intelligent samenlevende inwoners hun problemen gezamenlijk veel meer zelf oplossen. Wat onze politie ook adverteert. Ga zelf met de buren praten in plaats van ons te bellen. Waar de gemeente het voorbeeld geeft door eigen onderhoudstaken goed en doordacht uit te voeren. Waar mensen gestimuleerd worden om mee te doen., enz.Ook de 14 punten van dit college moeten aansluiten bij de doelstelling. Dat gebeurt door ze in een context te plaatsen dat relateert aan het uitgangspunt. Al doende komen er perspectieven en inzicht en verdwijnt de politieke discussie, die in Nieuwegein eigenlijk klaar is. Samen met de inwoners gaan we beginnen aan de invulling van het plan. Dat gaat dan zogenaamd over details. Maar de politiek wordt afgerekend naar aanleiding van de uitvoering daarvan. Zullen we beginnen met het laten schrijven van een logische opzet voor het wijkgerichte samenwerken? Wat wie hoe? Een aanzetje op twee A-viertjes? Paradigme shift?