Molenaars weten als geen ander dat kruien topsport is. De resultaten van deze jarenlange training kunnen de molenaars nu verzilveren tijdens het eerste NK Molenkruien. Dit NK zal op zaterdag 3 juni aanstaande gehouden worden, en hoe kan dat anders, in Nieuwegein. De dag begint om 10.30 uur en duurt tot 15.30 uur. De finale staat gepland om 14.15 uur.
Het NK zal worden gehouden bij de poldermolen Oudegein in het Natuurkwartier en is een ludieke activiteit in het kader van het 100-jarig jubileum van De Hollandsche Molen. Toeschouwers zijn natuurlijk welkom!
Het kruien van de molen is een activiteit waarmee elke molenaar heeft te maken. De molen moet goed op de wind staan. Vaak kost dit veel spierkracht: een zwaar kruiende molen is een regelmatig terugkerend onderwerp binnen de sector. Voor het kruien is dan ook een goede conditie en uithoudingsvermogen van de molenaar nodig. Elk team bestaat uit twee deelnemers.
Jutphaas en Molenkruiers
Sinds lange tijd worden de bewoners van Jutphaas aangeduid als ‘De Molenkruiers.’ Deze bijnaam schijnt ontstaan te zijn na 1680, toen het dorp werd getroffen door een grote brand. Overigens had de Jutphase korenmolen al tientallen jaren daarvoor landelijke bekendheid gekregen.
In het oude dorp Jutphaas stond aan het begin van de zeventiende eeuw een korenmolen aan de Molensteeg. Die steeg bestaat nu nog, maar de naam is verdwenen en de steeg is een deel van de Herenstraat. Ze is gelegen tussen de panden Herenstraat 30 en 31. De molen moet achterin de steeg hebben gestaan. Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen, dat dat klopt; er zijn restanten van een fundering gevonden en verkoolde houtresten die zouden kunnen herinneren aan de brand van 1680. De plaats van de vondsten is het gemakkelijkst aan te duiden als grenzend aan het grondgebied van de voormalige bakkerij van de familie Luiten.
In 1680 werd het dorp Jutphaas geteisterd door een grote brand. Veel houten gebouwen gingen in vlammen op en ook de korenmolen liep gevaar. De inwoners van het dorp schijnen de kop van de molen uit de vuurzee te hebben gered en, zoals toen meer gebeurde, werd de kop van de molen op een wagen naar een andere plaats gereden.