De 32-jarige D. van B. uit Nieuwegein moet vijftien maanden de cel in, nadat hij met een vriend na een nacht drinken besloot nog meer drank te bestellen zonder daarvoor te betalen. Het duo beroofde hun bezorgers tijdens een dollemansrit door Lopik. Zijn medeverdachte Van E. is nog niet veroordeeld. Hij komt vanwege een coronabesmetting later voor de rechter.

Op 15 november 2020 brachten de slachtoffers vier flessen sterke drank naar Van E. in Lopik, bleek tijdens de rechtszaak twee weken geleden. Zodra zij uitstapten, kregen zij een mes op de keel gedrukt en werd de drank afgepakt. Ze moesten achterin plaatsnemen.

Met een bloedvaart reed medeverdachte Van E., die geen rijbewijs heeft, richting Polsbroek. De officier van justitie sprak van “een ware dodemansrit”. Van B. zat op de bijrijdersstoel en maakte stekende bewegingen naar hen. De slachtoffers moesten hun geld en telefoons afgeven. Een van de twee moest ook zijn dure jas afstaan. Er zou zijn gedreigd dat de auto tegen een boom zou worden gezet.

De twee slachtoffers staan tijdens de rit doodsangsten uit, maar het lukt ze nog wel berichten te versturen. Als een broer de auto op het spoor komt, gaan de belagers er met de spullen vandoor. Alleen de telefoons worden teruggeven. De drankbezorger is aanvankelijk zo bang dat hij geen aangifte durft te doen, omdat zij weten waar hij woont. Zijn vriend doet dat wel. Via een wederzijdse kennis krijgt hij zijn jas terug, waar een gat in is gestoken.

Meeslepen
Van B. uit Nieuwegein verklaarde in de rechtbank dat hij zich uit angst door de 27-jarige Van E. had laten meeslepen. “Hij is behoorlijk explosief. Hij zou over mee heen kunnen gaan, klappen geven.” Het ging volgens hem alleen om de drank. Dat er ook geld en een jas werden afgepakt, zou niet de opzet zijn geweest.

“Ik wil dat je met mij meewerkt, anders heb je zelf ook een probleem. Ik wil hun spullen hebben”, zou Van E. tegen hem hebben gezegd. De telefoons zouden enkel zijn afgepakt om te verhinderen dat hun slachtoffers de politie zouden bellen.

Straatroof
De rechtbank vindt dat de feiten zo ernstig zijn, dat er sprake is van meer dan een gemiddelde straatroof. Het delict zit tussen een straatroof (gevangenisstraf tot zes maanden) en een bedrijfsoverval zonder (ernstig) geweld in (gevangenisstraf van twee jaar) in, oordeelt de rechter.

“Met zijn handelen heeft verdachte die bewuste nacht niet alleen spullen van de slachtoffers weggenomen, maar bovendien op grove wijze inbreuk gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer. Verdachte heeft bij de slachtoffers gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt, waarvan een slachtoffer langdurig last kan hebben.”

Van B. krijgt een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechter gaat daarin mee in de strafeis van het OM.

Reclassering
Van B. werd in de afgelopen vijf jaar al eerder veroordeeld voor diefstallen en verduistering. Hij kreeg daarvoor al gevangenisstraffen en een taakstraf opgelegd. Eerder adviseerde de reclassering de rechtbank al om bijzondere voorwaarden, zoals een meldplicht, ambulante behandeling en een contactverbod met de verdachte op te nemen in het vonnis. Van B. zou waarschijnlijk zijn woonplek bij De Tussenvoorziening verliezen als hij een gevangenisstraf van langer dan een maand opgelegd zou krijgen.

Met dank aan onze samenwerkingspartner RTV Utrecht