Nieuwegein is niet zo groen als we denken. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Wageningen. Uit dat onderzoek blijkt dat Nieuwegein op plek 211 staat van meest ‘Groene gemeenten’ (binnen de bebouwde kom).
Utrechtse Heuvelrug is in de provincie Utrecht de gemeente met het meeste groen. Bunschoten en Vianen zijn in verhouding het minst groen in de provincie, concluderen de onderzoekers. Wie betaalbaar tussen de bomen en planten wil wonen, kan volgens het onderzoek het beste verhuizen naar de provincie Groningen. Daar ligt ook de meest groene gemeente (binnen de bebouwde kom): Bellingwedde.
Volgens onderzoekers kan een gebrek aan groen in de omgeving zorgen voor stress en minder sociale samenhang. Wie betaalbaar tussen de bomen en planten wil wonen, kan volgens het onderzoek het beste verhuizen naar de provincie Groningen. Daar ligt ook de meest groene gemeente (binnen de bebouwde kom): Bellingwedde.
Minder stress
“De positieve gezondheidseffecten van groen lijken in Nederland vooral te komen door het effect dat groen heeft op de hersenen. Mensen lijken minder stress te ervaren in een groene buurt en groen is goed voor de sociale samenhang in een wijk.”
Een gemeente kan groener worden door meer parken te maken of bomen te planten, maar de tuinen hebben ook een grote invloed op de groenheid van een gemeente. Plaatsen met grote tuinen zijn vaak groener dan plaatsen met kleine tuinen, zegt Gerbert Roerink, onderzoeker aan de Wageningen Universiteit.
Verschillen tussen stedelijke gemeenten
Vanzelfsprekend doen gebieden waar veel mensen dicht op elkaar wonen het dus het slechter dan gebieden die minder stedelijk zijn.
Toch zijn er ook verschillen tussen gemeenten die ongeveer even stedelijk zijn. Van de meest stedelijke gemeenten scoort bijvoorbeeld Hilversum een stuk beter dan Beverwijk. Ook binnen gemeenten zijn er verschillen per dorp.
Geschiedenis bepalend voor groen
De reden waarom de ene plaats groener is dan de ander hangt vaak samen met de geschiedenis van een gemeente. Urk is bijvoorbeeld veel minder groen dan de regio.
Volgens Roerink komt dit doordat Urk vroeger een eiland was en er dus maar beperkte ruimte was om te bouwen. In de polders daaromheen gold dit probleem niet.