Coöperatie DELA vergeleek de meest recente tarieven van 583 gemeentelijke begraafplaatsen in 285 gemeenten, waaronder ook Nieuwegein. Daaruit blijkt dat ook dit jaar weer vreemde tariefsverhogingen hebben plaatsgevonden. Gemiddeld verhoogden gemeenten de tarieven voor het begraven met 6,27%. Er zijn echter uitschieters met verhogingen van meer dan 100%. Nieuwegein verhoogde de tarieven maar met ‘slechts’ 1,54%.
De goedkoopste gemeente (Littenseradiel) rekent 456 euro voor een graf voor 20 jaar. Slechts drie gemeenten verlaagden het tarief. De meest opvallende daling vond plaats in Moordrecht. Daar daalde het tarief met 30%. Met 3.758 euro behoort deze begraafplaats overigens nog steeds tot de categorie ‘dure begraafplaatsen’. In Nieuwegein betaalde men nu voor een plekje op begraafplaats Kerkveld een goede 4.940,00 euro. Voor een rustplek op begraafplaats Noorderveld is men iets minder kwijt, ‘slechts’ 4.417,00 euro.
Begraven in de provincie Utrecht is ronduit duur. De gemeenten Baarn, de Bilt, Breukelen, Loenen, Stichtse Vecht, Wijk bij Duurstede en Soest, toch al dure gemeenten, verhoogden hun tarieven met dubbele cijfers. Enige uitzondering is Lopik die 880 euro rekent en het tarief niet verhoogde. Dure gemeenten zijn Utrechtse Heuvelrug (ruim 5.000 euro), Baarn die na een verhoging van ruim 50% nu ook ruim 5.000 euro rekent, en Nieuwegein, Amersfoort en Woerden (allen ruim boven de 4.000 euro). Afgezien van Lopik zijn er geen goedkope gemeenten. Met bijna 1.800 euro staat Renswoude op de tweede plaats van goedkope gemeenten, gevolgd door Veenendaal ( 1.853 euro), Wijk bij Duurstede (1.870 euro) en Woerden (1.975 euro). Daarna gaan alle gemeenten door de 2.000 euro grens heen.