Op woensdag 18 juni is op het plein van het Oosterlicht College in Nieuwegein een monument onthuld. Dit monument, gemaakt door Rolf Mulder, oud docent beeldende vorming, is een soort ‘stilteplek’, waar stil gestaan kan worden bij ingrijpende gebeurtenissen als het overlijden van een medewerker of een leerling van de school. Nabestaanden van overleden medewerkers en leerlingen, oud-medewerkers en huidig personeel waren uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn. Het idee kwam van Rinus van den Heijkant, vertelde de rector, Joost Kentson, waarna de kunstenaar uitlegde hoe het monument verder tot stand is gekomen.
Uit een aantal ingediende ideeën van leerlingen werden er drie, samen met hun docente Mariska Hoogendoorn, gekozen, om verder uit te werken. De ideeën waren: een afgebroken ladder naar de hemel, een wensput waarin briefjes achtergelaten kunnen worden en langzaam vervagende voetstappen. Hieruit is deze ‘toren’ ontstaan. In de zijkanten zijn lichtkieren uitgespaard. Naar boven toe vormen zij geleidelijk de treden van een ladder. In de zuidzijde is een tekst uitgelaserd: ‘Als je aan mij denkt’, ‘zoek dan niet naar woorden’, ‘bewaar ze voor de stilte’.
Binnenin de toren is plaats voor één of maximaal twee personen. Door de kieren en de tekst kan zonlicht binnenvallen. Als de zon juist staat wordt de uitgelaserde tekst aan de binnenzijde van de toren in lichtletters op de er tegenover liggende wand geprojecteerd. Dit tijdelijke oplichten staat symbool voor de vluchtigheid van herinneringen. Door de bovenzijde blijft de lucht zichtbaar.
Met bordkrijt kunnen namen of teksten op de toren worden geschreven. Regen en wind zullen die woorden geleidelijk laten vervagen. De toren is gemaakt uit ‘corten’ staal. Een staalsoort die een roestlaag vormt. Deze roestlaag blijft oppervlakkig en beschermt het staal tegen verder roesten. De schuine stand van de toren en de roestlaag die meekleurt met de weersomstandigheden symboliseren vergankelijkheid. De roestsporen die na verloop van tijd op de grond zichtbaar zullen worden zullen de soms stralende/soms huilende toren met de aarde verbinden. Na afloop schreven nabestaanden de eerste teksten met krijt op het monument.