de meeste aandacht gaat uit naar wat er al in het nieuwe stadscentrum is gerealiseerd. men doet feestelijk of zorgelijk, winkels openen of kraken onder de disbalans tussen bezoekers en verwachtingen, het stadshuis wordt bejubeld of bekritiseerd, men vergaapt zich aan het stadsplein met de trappen of men gooit er rommel neer waar de wind mee spelen kan. stof genoeg. ook letterlijk, want achter de glimmende puien wordt voorlopig nog hard gewerkt aan de tweede fase. het is nu nog wat ongrijpbaar wat daar gebeurt. veel machines, herrie, sloop en bouw, en kloeke bouwvakkers die gehelmd de strijd aan gaan met het toekomstig verleden. en ach, wat wordt het mooi belooft de ‘artist impression’, en ach, je zal er maar wonen. balkons van woningen zijn verwijderd, ik kan me voorstellen dat bewoners zich opgesloten voelen en zo lang als dit duurt heel andere wensen hebben ten aanzien van het weer dan normaal.
markt, nieuwegein
ik hoor dat dit vooruitgang is
men breekt met zorg mijn wereld af
het woongenot lijkt steeds meer straf
mijn huis is mijn gevangenis
beroofd ben ik van mijn balkon
geweld, gekraak, een doffe plof
de ruiten plakken vol van stof
en regen doet meer goed dan zon
een jaar wellicht, dan komt hier ‘mooi’
mag ik, belooft men, uit de kooi
© ton de gruijter