Licht in de duisternis

Ik ben ziek. Ziek met alles erop en eraan: tranende ogen, snotterende neus en vliegende kots. Het voordeel is dat ik nu een dag thuis ben, waarop ik besloten heb absoluut niets te doen. Niet helemaal zelfstandig besloten weliswaar, maar goed: ik ben mijn lichaam, mijn lichaam is mij. Een vrije dag aan de ontbijttafel. Er staat thee, er zijn boterhammen. Er is honing en chocoladepasta. Er zou hier zomaar gegeten kunnen worden. Maar niet door mij. Mijn darmen kronkelen zich drie slagen in de rondte. Ik draai mijn hoofd weg van het ontbijt. Dan zie ik ze…Het zijn er drie. Ze komen aanrijden in een klein oranje wagentje en ze dragen grote oranje pakken. Voor een lantaarnpaal blijft het wagentje staan, rijdt dan iets naar achteren. De oranje mannen stappen uit. Één van hen pakt een ladder uit de tevens oranje laadbak. De ladder wordt tegen de lantaarnpaal geplaatst. Er verschijnt nog iets uit de laadbak. Het is een zak. Een doek. Een verpakt, nader te bepalen voorwerp.De man op de ladder heeft intussen de lantaarn in zijn handen. Niet de lantaarnpaal, alleen het bovenste gedeelte: de lamp met zijn ijzeren geraamte. Een armatuur zou ik dit moeten noemen, maar dit klinkt veel te spannend voor een dergelijke constructie. Nu zie ik ook wat er in de zak, de doek, het ding zit. Een nieuwe lantaarn. Maar niet zomaar een nieuwe lantaarn. Een weerzinwekkende lantaarn. Een goudkleurige lantaarn. Een zuinige lantaarn. Een economisch-, milieuverantwoorde lantaarn met een rustiek, barokachtig uiterlijk. Zo. Hop. Boven op het groen geverfde metaal. Met een lamp, feller dan fel. Het is dat ik ziek ben anders zou ik me nog gaan opwinden over een nieuwe lantaarn.Ik heb zin in Vreeswijk bij Kaarslicht. Dat mag u best weten. Lekker die oerlelijke lantaarnpalen uit, lekker kaarsjes branden. Van de week ontvingen wij de eerste Vreeswijk bij Kaarslicht post. Mét Vreeswijk bij Kaarslicht postzegel. De auto’s moeten die 16de december weer weg en de lampen moeten weer uit, dan wel de gordijnen dicht. Maar het is de commissie uiteraard vooral te doen om de werving van vrijwilligers. Want de jampotjes moeten weer gespaard en de duizenden waxinelichtjes moeten aangestoken. Ik heb zelf, toen ik nog jong en lantaarnlievend was, eens meegeholpen met de aansteekactiviteiten. Al mijn kaarsjes bleven uitwaaien. Verder zijn er op de avond zelf altijd weer mensen die de kaarsjes met glas en al de sluis in trappen, dan wel een gluweintje teveel drinken en er zelf in vallen.Als vrijwilliger moet je stevig in je schoenen staan. Maar het is het waard. Het is zonder twijfel het mooiste feest van Nieuwegein. Het enige vervelende is dat het pas over twee maanden plaatsvindt. Maar laat ik me ook hier niet teveel over opwinden. Ik ben ten slotte ziek.

Dit bericht werd geplaatst in Niet gecategoriseerd door . Bookmark de permalink .

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren