Op donderdagavond 21 februari aanstaande geeft Siety Meijer van de Historische Kring Nieuwegein een lezing over Jan Blanken (1755 – 1838). Deze lezing is een samenwerking van de Historische Kring Nieuwegein met de bibliotheek. Toegang is gratis. Aanmelden kan via het e-mailadres: actie@detweedeverdieping.nu o.v.v. ‘Lezing 21 februari’.
De nieuwe Lekbrug in de A2 tussen Nieuwegein en Vianen is naar hem vernoemd. Op de begraafplaats Sparrendreef te Vianen is het het gietijzeren grafmonument van Jan Blanken te vinden. Sinds 17 juli 2018 staat er aan de Jan Blankenweg te Vianen een informatief monument/kunstwerk ter nagedachtenis aan de waterbouwkundige. Maar wie was Jan Blanken en waarom draagt juist deze brug zijn naam? Dat zijn enkele vragen die tijdens deze lezing beantwoord zullen worden.
Tijdens de lezing gaat siety Meijer terug naar het einde van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw, naar de tijd van de Bataafse Republiek, Napoleon en Willem I. Een tijd van oorlogen, overstromingen en armoede, maar ook van reorganisatie en centralisatie. Er werden nieuwe wegen en kanalen aangelegd, maar ook de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Als burger wist Jan Blanken op te klimmen tot directeur-generaal van de Waterstaat. Hij stond aan de wieg van het Noord-Hollands Kanaal en de havenwerken te Hellevoetsluis en Den Helder. Hij verwierf hoge onderscheidingen, waaronder het Légion d’ Honneur en de orde van de Nederlandse Leeuw.
Dat zijn waterbouwkundige werken vandaag de dag weinig bekendheid genieten, is vooral terug te voeren op de technische vooruitgang en de schaalvergroting van de afgelopen twee eeuwen. De vooruitstrevende projecten van weleer zijn inmiddels hopeloos verouderd. Terugkijkend op zijn leven en werk ontstaat desondanks het beeld van een tijd vol boeiende ontwikkelingen op staatkundig en waterstaatkundig gebied.
Biografische gegevens
Jan Blanken, zoon van de timmerman Jan Theunisz Blanken en Niesje Ariensdr Blieck, trad in de voetsporen van zijn vader, die waterbouwkundige was in Bergambacht en vanaf 1762 in Haastrecht. Blanken sr. was belast met het ontwerpen en bouwen van molens, sluizen en dijken in de Krimpenerwaard. De jonge Jan Blanken vergaarde bij zijn vader de praktische kennis voor het ontwerpen, verbeteren en beheren van waterstaatkundige objecten.
Het eerste grote project voor Blanken jr. was het droogdok te Hellevoetsluis waarvan de bouw in 1798 startte. Bijzonder hierbij was dat een stoommachine deel uit maakte van het ontwerp. Het was een van de eerste in Nederland. In 1808 ontwierp Blanken ook een nieuwe sluisdeur, de waaiersluis. Met betrekking tot de aanleg van militaire maritieme zaken adviseerde hij onder meer keizer Napoleon Bonaparte, in dat verband was hij verantwoordelijk voor de totstandkoming van de Rijkswerf Willemsoord te Den Helder. In 1808 werd Blanken, ten tijde van het Koninkrijk Holland Inspecteur-Generaal bij Waterstaat. Hij bleef dat, onder koning Willem I, tot en met 1826. De meeste bekendheid kreeg Blanken door de realisatie van het Noord-Hollands Kanaal tussen Amsterdam en Den Helder, maar hij was ook verantwoordelijk voor de plaatsing van het systeem van strandpalen langs de Nederlandse kust.
Ook zijn broer Arie Blanken (1766-1824) en zijn neef Jan van Lakerveld Blanken (1793-1885) werden, net als een oom, waterbouwkundig ingenieur bij Waterstaat. Zijn jongere broer Willem Jansz Blanken (1769-1831) was opziener in dienst van het Hoogheemraadschap Delfland.