In de rubriek ‘De Oude PEN’ behandelen we al jaren de historie van de gemeente Nieuwegein. Een samenvoeging van de twee gemeenten Jutphaas en Vreeswijk. Ook in de rubriek ‘Toen & Nu’ blikken we terug en kijken we naar vandaag. En dan hebben we het nog geeneens gehad over de rubriek ‘De oude ansichtkaarten.’ Eerder schreef onze redactie al over de eerste vermelding van Jutphaas. Deze week: ‘De roerige geschiedenis van kasteel Rijnhuizen.’
Kasteel Rijnhuizen is een van de weinige Nieuwegeinse kastelen, die tot in de huidige tijd behouden zijn gebleven. Het is een van de weinig overgebleven kastelen en landgoederen van het gebied. Het gaat om kasteel Rijnhuizen, dat samen met de inmiddels verdwenen kastelen Wijnestein, Plettenburg en Vroonestein ooit een kastelenlint vormde langs de Jutphasewetering. Vanaf de huidige Herenstraat kijk je uit op dit kasteel, omringd door een bosrijk landschap, waar onder andere de ‘braamsroute’ is uitgezet. Deze route neemt je mee langs eiken van meer dan 250 jaar oud en een tuin verrijkt met negentiende eeuwse kunst. In het gebied zijn bovendien meer dan veertig verschillende soorten broedvogels gesignaleerd en zijn er veel soorten stinzeplanten te bewonderen.
Kasteel Rijnhuizen vanuit de lucht
Kasteel Rijnhuizen kent een lange en roerige geschiedenis. Deze geschiedenis begint in het midden van de dertiende eeuw, wanneer de familie Van Rijn opdracht geeft tot het bouwen van een aantal kastelen, waaronder Rijnhuizen. Daarvoor stond op diezelfde plek een houten huis, gesticht door Dirk van Jutfaes, de eerste ambachtsheer van het dorp.
13e eeuw
Hoewel gegevens over die tijd schaars en niet geheel duidelijk zijn, zou de historie van het kasteel teruggaan tot de 13e eeuw. Aan het eind van die eeuw werd melding gemaakt van het stichten van een huis door nakomelingen van Dirk van Jutfaes. De eerste vermelding hiervan is terug te vinden in kronieken uit 1459, waarin het huis als volgt staat omschreven: ‘een huysinge gelegen in Juphaes met 8 honts lands daar ’t Huys opstaat geheten ’t Huys ten Ryn, anders Rynhuizen’.
Het geslacht Van Jutphaas heeft het landgoed niet lang in bezit gehad. Zeker is dat in het midden van de 14e eeuw de familie Van Rijn op het kasteel huisde.
15e eeuw: Rijnhuizen meermalen geplunderd en in de as gelegd
Op verzoek van de Utrechtse bisschop David van Bourgondië, valt Joost van Lalaing, stadhouder van keizer Maximiliaan, op St. Victorsdag (10 oktober 1481) met een bende van 4.000 man het Nedereind van Jutphaas binnen. Dit ging gepaard met het plunderen en in brand steken van praktisch alle kastelen in Jutphaas., waaronder ook Rijnhuizen. Waarschijnlijk bouwde Adriaan van Rijn van Jutfaes het huis weer op, want op 17 november 1493 laat hij het na aan zijn zoon Dirk. In 1528 ging het huis opnieuw in vlammen op, weer door toedoen van de bisschop van Utrecht.
17e eeuw
Tot het overlijden van Johanna of Anna van Rijn van Jutfaes in 1608, is het huis in eigendom van de familie Van Rijn gebleven. Toen werd haar nicht Wilhelmina van Riebeeck benoemd tot erfgename van kasteel Rijnhuizen. Wilhelmina verkocht het huis in 1620 aan Hendrik van Tuyll van Serooskerken. Na diens dood werd zijn zoon Reinoud van Tuyll van Serooskerken, in 1628 beleend met Rijnhuizen.
Gezicht op de zij- en de voorgevel van het kasteel Rijnhuizen te Jutphaas uit het zuidoosten, met op de achtergrond een gedeelte van de tuin in 1744
Afbraak, nieuwbouw en vererving
Reinoud liet het meermalen vernielde en herstelde huis, tot de grond toe afbreken en op dezelfde plaats een nieuw huis bouwen. Dit was in 1640 gereed en volgens de eisen van die tijd gebouwd; in die vorm staat het huis er heden ten dage nog.
Na het overlijden van Reinoud in 1652, heeft zijn weduwe het kasteel Rijnhuizen, met alle rechten en titels, in 1655 verkocht aan jonkheer Louis de Geer, Heer van Finspong, Ringstaholm, etc. Hij werd de stamvader van onder andere de geslachten De Geer van Rijnhuizen, De Geer van Jutfaes en De Geer van Oudegein.
Het is echter nog niet gedaan met de onrust. In 1672 trekt de koning van Frankrijk, Lodewijk XIV, Nederland binnen met als doel het land te annexeren. Kasteel Rijnhuizen, inmiddels van eigenaar veranderd, wordt al snel door de Fransen bezet, waarna het wederom flink lijdt onder de door hen aangerichte schade. Na vertrek van de Fransen keert jonkheer Louis de Geer, de rechtmatige kasteelheer, terug naar Rijnhuizen. Ook hij geeft de moed niet op en herstelt het kasteel weer in oude luister.
Louis de Geer is in 1701 in Zweden overleden. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Carel. Na diens overlijden in 1730 erft zijn minderjarige neef Jan Jacob de Geer kasteel Rijnhuizen. Jan Jacob trouwde in 1737 met Constantina Clara Barones van Tamminga. Zij overleed kort na het huwelijk, waarna Jan Jacob de Geer hertrouwde met Theodora Anna Barones van Haeften van Wadenoijen.
Na het overlijden van Jan Jacob volgde één van zijn kinderen, Anthony Gustaaf, hem op als Heer van Rijnhuizen. Deze was ongetrouwd en na zijn overlijden werd een broer in 1808 met Rijnhuizen beleend. Deze werd op zijn beurt opgevolgd door zijn zoon Jan Jacob. Uit diens huwelijk met Henriëtte Luden werden een zoon, ook Jan Jacob geheten, en een dochter, Ada Mathilda, geboren. Na het overlijden van haar vader in 1884 ging het kasteel Rijnhuizen over naar Ada Mathilda. Op 14 oktober 1880 trouwde zij met Gijsbert Carel Duco Baron van Hardenbroek van Lockhorst. Tot haar dood in 1943 bleef zij op het kasteel wonen.
In 1943 kreeg haar kleindochter, jonkvrouwe Ada Matilda Rutgers van Rozenburg, het huis in bezit. Zij was gehuwd met de Utrechtse tandarts M.R. van der Molen.
Verkoop aan het Rijk
Het echtpaar Van der Molen bood het kasteel te koop aan. Het bestuur van de toenmalige gemeente Jutphaas vond de aankoopkosten van fl. 850.000 echter te hoog. Het Rijk kocht het toen en gaf het in bruikleen aan de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM). De spiegelende bol in het gazon is nog een overblijfsel van experimenten die in het laboratorium werden uitgevoerd.
Sinds 2016 is het weer in particulier bezit en wordt het soms opengesteld voor bezoekers, waar men de kans krijgt om ook het bijzondere interieur van het kasteel te bewonderen.