Een van de eerste vaardigheden die wij op school leren, is knippûh en plakkûh. Vele van ons hebben deze vaardigheden al op de kleuterschool, tegenwoordig (onderbouw) basisschool, geleerd. Bij mij is dat de fröbelschool geweest, althans dat ding heeft toen zo geheten. Ik noem dit omdat er zelfs een werkwoord voor bestaat: fröbelen, en knippûh en plakkûh vormen hierbij de hoofdmoot.
Velen van ons hebben die tijd al lang achter zich gelaten, maar sommigen hebben dit fröbelen tot een kunst verheven. Met name in de politiek zijn er mensen zeer bedreven in: een idee of voorstel van een ander met wat knippûh en plakkûh tot je eigen idee of voorstel omvormen. Zo kunnen we op de website van de Digitale Stad Nieuwegein lezen: “Overschrijding gaat gemeente geld kosten”. Onder deze kop lezen we verder “… intitiatiefvoorstel van de SP …” en “… belangrijke zet als nieuwe partij …”. Voorts kunnen we lezen hoe fantastisch het allemaal is dat de partij al een deel van zijn verkiezingsbeloften heeft kunnen inwilligen.
Laten we dit allemaal eens nader beschouwen: een typisch geval van knippûh en plakkûh. Hoe zit dat nu eigenlijk?
Het verkeer tussen de overheid en de burgers heeft men wettelijk vastgelegd in de Algemene Wet Bestuursrecht. Hierin kunnen we dus vinden hoe het bestuur met zijn burgers dient om te gaan. Daar ‘ambtelijke molens langzaam draaien’, heeft de wetgever in deze wet termijnen opgenomen, waarbinnen de gemeente moet besluiten op een aanvraag van een burger. Het bestuur blijkt nu veelvuldig deze wettelijke termijnen te overschrijden.
Het hierdoor onstane algemene gevoel van ontevredenheid over het reageren van de overheid is voor de Tweede Kamerleden Luchteveld (VVD) en Wolfsen (PvdA) (waar is de SP?) aanleiding geweest om eind 2004 met een initiatiefwetsvoorstel te komen: de Wet dwangsom bij niet-tijdig beslissen. Deze wet wil burgers een effectiever rechtsmiddel geven tegen een te trage besluitvorming door het bestuur. Het beoogt het bestuur te sanctioneren met het opleggen van een dwangsom bij het niet naleven van de wettelijke voorgeschreven beslistermijnen. Indien het parlement dit initiatievoorstel van beide Tweede Kamerleden goedkeurt, zal men de wet per 1 januari 2009 invoeren als een aanvulling op de eerdergenoemde Algemene Wet Bestuursrecht.
Tot zover het landelijk tableau, nu het gemeentelijk. Op 1 juni heeft de SP een initiatiefvoorstel gedaan om de Wet dwangsom bij niet-tijdig beslissen alvast in een wat lokaal aangepaste vorm te introduceren. Met wat knippûh en plakkûh een niet onaardig voorstel, maar de SP loopt duidelijk voor de muziek uit. Opdracht van boven?
Wij als VVD hebben op dat moment nog niet om zo’n regeling zitten te springen: hij komt er vanzelf aan. In de Commissie Algemene en Bestuurlijke Zaken in juni heb ik dan ook aangegeven, dat wij als VVD niet tegen dit voorstel zullen zijn, maar dat het ons allemaal een beetje snel gaat. Het is niet voor niets dat men over het invoeren van het eerdergenoemde wetsvoorstel ongeveer vier jaar doet. Z’n voorstel moet ‘af’ en ‘terdege’ zijn. Haast is op zo’n moment een slechte raadgever. Wij zijn er niet om de gemeente en haar ambtenaren te bestraffen, maar om er voor te zorgen dat de service die de gemeente haar inwoners biedt optimaal is. Wij hebben toen dan ook voorgesteld de gemeente een jaar de tijd te geven om na te gaan hoe groot deze problematiek in Nieuwegein is, waar dit zich het meest voordoet en wat het gaat kosten in mankracht en geld. Uiteindelijk zullen we toch menskracht moeten gaan inzetten om dit alles weer in goede banen te leiden en ook moet het geld, dat we kwijt zijn aan de invoering van de dwangsom, ergens vandaan komen.
De door de SP gewenste directe invoering van het voorstel halverwege dit jaar is absoluut onmogelijk gebleken en ook aan de overeengekomen invoering op 1 januari 2007 kleven nogal wat nadelen. Zo kent een gemeente meer dan 150 verschillende vergunningen en kan een inwoner de gemeente dus om een beslissing vragen over dit aantal. Het is dus een heidens karwei om dit allemaal op orde te brengen en in goede banen te leiden vóór 1 januari. Bovendien krijgen wij op die datum ook te nog te maken met de invoering van de Wet Maatschappelijk Ondersteuning.
Geheel tot ons genoegen, het zijn uiteindelijk de PvdA en VVD die het initiatief hebben genomen om iets te doen aan te trage besluiten, is de Raad vorige week akkoord gegaan met het voorstel van het college voor een gefaseerde invoering van de dwangsomregeling vanaf 1 januari 2007. Het betreft dan in eerste instantie alleen die zaken waar de individuele burger op een begunstigende beschikking (waarin hij krijgt waar hij om heeft gevraagd) en die hem in zijn directe bestaan treffen (zoals de aanvraag van een uitkering, gehandicaptenvoorziening, financiële tegemoetkoming en dergelijke). Ten aanzien van de samenloop van invoering van deze regeling en de WMO heeft het college toegezegd hier mee rekening te houden.
Het verhaal is dus allemaal wat minder orgineel, revolutionair en juichend dan de SP ons op de Digitale Stad Nieuwegein wil doen geloven. Het college is nu aan zet en we hopen dat we tijdens de raadszitting van december kunnen oordelen over een doorwrochte verordening over de dwangsomplicht. Dus eer de regeling goed van start kan gaan, schrijven we medio 2007, de datum die wij al eerder, in juni, hebben genoemd en dat is geen knippûh en plakkûh.
Henk Satijn10 oktober 2006