Een 38-jarige vrouw uit Nieuwegein is veroordeeld tot negen maanden gevangenisstraf voor het witwassen van ruim 95.000 euro en het bezit van zwaar vuurwerk. Volgens het Openbaar Ministerie profiteerde de vrouw mee van de forse bedragen die haar partner verdiende met grootscheepse drugshandel en genoot zij ook na zijn aanhouding nog drie jaar lang van het rijke leven.
De rechtbank neemt het de Nieuwegeinse kwalijk dat zij voor een lange periode de keuze is blijven maken om haar eigen luxe levensstijl ten koste van de maatschappij in stand te laten. Zij is zelfs niet gestopt op het moment dat haar partner strafrechtelijk is veroordeeld voor zeer ernstige drugsfeiten, benadrukt de rechtbank.
Door het witwassen van een groot geldbedrag heeft de vrouw volgens de rechtbank bijgedragen aan de instandhouding van illegale geldstromen en ondermijnende activiteiten, die de samenleving ontwrichten. Het mag voor haar niet lonen om te profiteren van uit misdrijf afkomstig geld, stellen de rechters.
Daarnaast heeft zij door een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk te bewaren in de garage, die verbonden is aan haar huis, niet alleen haar gezin maar ook alle omwonenden blootgesteld aan het risico van ontploffing en de ernstige gevolgen daarvan.
Kapperszaak
Tijdens de rechtszaak kwam vorige maand naar voren dat de Nieuwegeinse tussen 2018 en 2021 geen aantoonbare legale inkomsten had. Haar kapperszaak zou louter bedoeld zijn geweest als dekmantel om maandelijkse contante geldstortingen wit te wassen. Er was geen enkele aanwijzing dat er klanten werden geknipt. Wel werd maandelijks een bedrag op haar rekening gestort waarvan de herkomst schimmig was.
Tijdens de rechtszaak beriep de vrouw zich voortdurend op haar zwijgrecht en gaf zij geen openheid van zaken. Volgens haar advocaat wilde zij mensen die haar financieel steunden niet belasten. Maar de rechtbank concludeert dat zij “dus geen verantwoordelijkheid genomen voor haar handelen en er geen blijk van gegeven dat zij inziet dat haar handelen verwerpelijk is.”
Partner
De rechters hebben wel rekening gehouden met het feit dat haar proceshouding te maken heeft met de verdenkingen tegen haar partner, die nog niet onherroepelijk veroordeeld voor alle verdenkingen aan zijn adres. De vrouw werd sinds zijn aanhouding vijf jaar geleden door de politie in de gaten gehouden. Hij werd twee jaar geleden tot zestien jaar cel veroordeeld voor het leidinggeven aan een criminele organisatie die voor miljoenen euro’s harddrugs naar Engeland smokkelde. In die zaak loopt nog een hoger beroep, maar de man en een aantal medeverdachten zitten al jaren vast.
Het vonnis valt lager uit dan de eis van het Openbaar Ministerie. De officier van justitie vroeg de rechtbank om de vrouw veertien maanden celstraf op te leggen. Haar advocaat vroeg om vrijspraak. Beide partijen hebben twee weken de tijd om hoger beroep aan te tekenen tegen het vonnis van de rechtbank.
