Het Openbaar Ministerie heeft woensdag voor de rechtbank in Utrecht tegen de 24-jarige justitiemedewerker N.H. uit Nieuwegein 120 dagen celstraf, waarvan 95 dagen voorwaardelijk en 180 uur werkstraf geëist voor het laten ‘verdwijnen’ van bekeuringen. Hij verleende deze ‘vriendendienst’ aan zijn vrienden en familie.De Nieuwegeiner gaf toe dat hij met de boetes had gerommeld, maar sprak tegen dat hij daarvoor geld of andere vergoedingen had gekregen. Hij werkte vanaf mei 2008 als ambtenaar bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM). Hij diende namens anderen bezwaarschriften in die hij vervolgens als ambtenaar behandelde. Daarbij zorgde hij ervoor dat het incassobureau van justitie, het CJIB, zo’n vijftig bekeuringen introk.Onderschepte mailtjes waarin hij om een vergoeding vroeg, waren volgens hem ‘geintjes’. Ook ontkende hij dat hij een collega geld had geboden om een bekeuring te laten verdwijnen. ,,Ik zag het als iets kleins; ik had nooit gedacht dat ik hiervoor vervolgd zou worden”, aldus H.De officier van justitie achtte bewezen dat H. zich had laten omkopen. Hij hield bij zijn eis rekening met het feit dat de Nieuwegeiner 25 dagen in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank doet uitspraak op 31 maart.