De spanning op de woningmarkt is vorig jaar verder toegenomen. Vraag en aanbod zijn verder uit elkaar gegroeid. Steeds meer woningen werden verkocht boven de vraagprijs en woningen stonden minder lang in de verkoop. Waar in 2017 het overbieden op huizen nog met name een Amsterdams fenomeen was, samen met een aantal grote steden waaronder Utrecht, is het overbieden vorig jaar de norm geworden door het hele land.
Dat concluderen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster op basis van nieuwe woningmarktcijfers over 2020. Relatief het meest werd overboden in de gemeente Almere: het doorsnee huis ging hier zeven procent boven de vraagprijs van de hand. Kopers in Utrecht, Nieuwegein en Haarlem betaalden zes procent – of meer – boven de vraagprijs.
Krapte
Op de woningmarkt is nu al een tijd sprake van grote krapte. Het aanbod van te koop staande huizen is flink geslonken, terwijl er nog wel veel mensen willen verhuizen. Ook zijn de hypotheekrentes lager dan ooit. Daardoor bieden kopers flink tegen elkaar op en hebben veel mensen grote moeite om nog een huis te bemachtigen.
Volgens cijfers van het CBS en het Kadaster werd de helft van de woningen vorig jaar verkocht tegen een prijs die hoger was dan de vraagprijs. Een paar jaar terug was dat nog maar 7 procent.
Sneller verkocht
Woningen worden ook steeds sneller verkocht. Begin 2015 stond een verkochte woning gemiddeld tien maanden te koop en sindsdien werd de gemiddelde aanbodtijd steeds korter, tot ruim twee maanden vorig jaar. Eind 2020 was de gemiddelde aanbodtijd van verkochte woningen in geen enkele provincie langer dan drie maanden.
“Het is duidelijk een geval van een oververhittende woningmarkt”, zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS. “We zien dat al een tijdje aan de prijsstijgingen en ook dat is niet meer een exclusief fenomeen in de grote steden van de Randstad. Het is nu iets wat je overal in Nederland terugziet.”
“Corona kan nog een extra zetje hebben gegeven”, aldus Van Mulligen, omdat mensen vorig jaar net wat minder uitgaven aan bijvoorbeeld vakanties. Maar het is niet doorslaggevend. “Onderliggende oorzaak dat er sprake is van een hele lage rente, waardoor het lenen aan geld voor een hypotheek een stuk goedkoper is, waardoor mensen nou eenmaal meer financiële armslag hebben.”
Geen kentering
De hoofdeconoom van het CBS ziet ook niet heel snel een kentering. “Als we kijken naar de cijfers van de eerste helft van dit jaar, dan kun je ervan uitgaan dat het aantal huizen dat boven de vraagprijs is verkocht nog hoger is. Die oververhitting is in de eerste helft van dit jaar gewoon doorgegaan.”