Het ontgaat u vast niet. De lijstjes. Reeds jaren lang worden er aan het einde van elk jaar lijstjes gemaakt met een keurige rangschikking van ‘de beste’, ‘de mooiste’ of ‘het meest aansprekende’. In de hoop daarmee het jaar overzichtelijk samen te vatten en soms zelfs te laten bepalen wat écht onthouden moet worden voor de hopelijk vele jaren die na ons komen. Een idee van een collectief maatschappelijk geheugen wat bestand is tegen het verstrijken van de tijd. Wat mij bij die nieuwslijstjes altijd opvalt is hoe snel de ene gebeurtenis de andere opvolgt en het onthouden daarvan haast ondoenlijk is. De wereld draait zo snel door. Want laat ik uw geheugen eens op de proef stellen. Weet u nog wat in januari van dit jaar het nieuws domineerde? Ik hoop dat u direct dacht aan de gewapende man die de uitzending van het NOS journaal kaapte. Of welke fractievoorzitter in mei de Tweede Kamer verliet? Inderdaad, Groenlinks-voorman Bram van Ojik. Om over de omgevallen hijskranen in Alphen aan den Rijn nog maar te zwijgen. Het mag nog altijd een wonder heten dat daar geen dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Tot mijn verdriet valt dat niet te zeggen van de vele slachtoffers en de vele diepe wonden die zijn geslagen door de terreur in Parijs. Levens en liefdes kwamen er abrupt aan hun eind.
De berichtgeving over hoogte- en dieptepunten uit ons mondiale, regionale en lokale samen-leven helpt ons elke dag weer te beseffen dat niets blijft zoals het is en we met elkaar voortdurend in een vrijwillige of noodgedwongen verandering zijn. Dat zien we ook in Nieuwegein terug. U weet wellicht, ik ben zeer gehecht aan deze stad. Het was “de stad in wording” waar mijn ouders in de jaren zeventig neerstreken als woningzoekenden en waar ik vanaf mijn geboorte tot op de dag van vandaag mijn weg gevonden heb. Hoe die weg verder gaat blijft nog onwetend, maar dat zowel ikzelf als de stad veranderen is een feit. Zo is het snoepzaakje uit mijn jeugd in Jutphaas, waar ik nog nét voor schooltijd van mijn zakgeld wat snoepjes kocht, al sinds vele jaren een gewoon woonhuis. En in de stad rijdt sinds kort ook naar mijn huis een bestelbusje met boeken van een landelijke internetshop omdat Boekhandel Manschot geen lokale toekomst meer kreeg. Overigens, u zult begrijpen dat die sluiting voor mij op nummer één staat op mijn lijstje van lokale dieptepunten! Maar Nieuwegein is ook de stad waar ik als tiener mijn grootmoeder bezocht in verzorgingshuis Zuilenstein en waar ik nu in hetzelfde gebouw nieuwe Nieuwegeiners aantref uit verre windstreken. De stad heeft hun komst aangedurft en de barmhartigheid van vele vrijwilligers verkozen boven de “alle grenzen dicht”- retoriek.
De stad blijft in ontwikkeling. Om die reden kijkt ons stadsbestuur ook vooruit en buigt zich samen met inwoners over de vraag welke stad we willen zijn richting de toekomst. Daarop zullen ook de toekomstige politieke, en dus financiele, keuzes gemaakt gaan worden. Een hele opgave die vast ook gepaard gaat met lijstjes, maar dan van Nieuwegeinse wensen voor de toekomst: willen we bruisen als stad, willen we een woonstad zijn, een stad van ontmoeting óf juist het dorpse karakter behouden? Kortom, waar voelen we ons thuis bij. Ondanks dat ook de uitkomsten van dat proces over een aantal jaar al weer achterhaald zijn door nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen, inzichten en technologische veranderingen die ons leven zullen veranderen, is zo’n proces van ontwikkeling van de stad wel van waarde om als Nieuwegeinse gemeenschap bewust na te denken over waar we wonen en hoe we ons tot die stad willen verhouden en ons in willen bewegen en gedragen. Zoals mijn ouders in de jaren zeventig gedachten hadden bij het kiezen van Nieuwegein als woonplek met toekomstmogelijkheden voor hun kinderen, zo moeten we ook met toekomstige bewoners nadenken over wat Nieuwegein voor stad moet zijn en hoe het voor hen aantrekkelijk is en blijft. Die behoefte is door de tijd veranderd, zoals ook de inwoner is veranderd.
Zo rond deze dagen van Kerst en Oudjaar luister ik vaak naar de componist Bach. In het bijzonder naar de cantate “Ach wie flüchtig, ach wie nichtig” (BWV 26: https://www.youtube.com/watch?v=3w0lqrGDvEk ). Bij uitstek een compositie ter bezinning op de veranderlijkheid én vergankelijkheid van ons menselijk leven. Het is toepasselijk bij het terugzien op alle gebeurtenissen en lijstjes over 2015. Het helpt mij zaken weer in perspectief te zetten: “Ach hoe vluchtig, ach hoe nietig is het leven van de mensen! Zoals een nevel snel opkomt en ook weer snel verdwijnt, zo is ons leven, kijk!” Ik wens ons als Nieuwegein dan ook van harte toe dat we ons zo af en toe in 2016 ook even stil laten zetten bij de loop en de onverwachte veranderingen van ons leven. Als mens én als stadsgenoot.
Roelof de Wild
Fractievoorzitter CDA
Gemeente Nieuwegein