De fractie van GroenLinks in Nieuwegein heeft vragen gesteld aan het College van B&W over de signalering van- en zorg voor slachtoffers van mensenhandel in de gemeente Nieuwegein. Sinds de decentralisatie in 2015 heeft de gemeente verantwoorwoordelijkheden in de aanpak van mensenhandel. Bijvoorbeeld door actieve signalering van mensenhandel. Maar ook door beleid en regelgeving te maken ter ondersteuning van de aanpak van mensenhandel. Er is een ‘Basisniveau bestuurlijke aanpak van mensenhandel’ opgesteld die gemeenten daarbij helpt. De fractie van GroenLinks wil graag weten hoe e.e.a. in Nieuwegein ingevuld is en heeft daartoe de volgende 3 vragen:
- In hoeverre voldoet Gemeente Nieuwegein aan het ‘Basisniveau bestuurlijke aanpak mensenhandel’?
- Op welke wijze geeft de Gemeente Nieuwegein invulling aan de verantwoordelijkheden die zij heeft met betrekking tot de opvang en zorg voor de slachtoffers van mensenhandel?
- Beschikt Gemeente Nieuwegein op dit moment over een functionaris met een coördinerende functie? (zoals beschreven in onderstaande toelichting.) Zo ja, welke opdracht, taken en mandaat heeft deze ketenregisseur mensenhandel?
Toelichting:
Monique de Beer, fractievoorzitter en gemeenteraadslid voor GroenLinks in Nieuwegein: ‘Jaarlijks zijn zo’n 6250 mensen in Nederland slachtoffer van mensenhandel, dit is volgens schatting van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Bijna de helft van de slachtoffers worden uitgebuit in de seksindustrie, hiervan is ongeveer de helft minderjarig. Het betreft hier niet alleen vrouwen, ook jongensprostitutie is een probleem. Het grootste probleem is dat maar één zesde van de slachtoffers in beeld zijn, daarom is actieve signalering zo belangrijk.’
‘Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel. Daarnaast zijn ze een belangrijke samenwerkingspartner bij de aanpak van mensenhandel omdat ze over belangrijke informatie beschikken en via het stellen van regels, controleren van locaties, beoordelen van aanvragen voor vergunningen en voorlichting en educatie een bijdrage kunnen leveren aan de aanpak van mensenhandel.’
Monique de Beer
