Vandaag (22 februari 2018) vergadert de raad over de toekomst van Geynwijs. GroenLinks zal onder voorwaarden instemmen met het onderbrengen van Geynwijs bij de gemeentelijke organisatie. De cliëntondersteuning voor mensen die zorg via Geynwijs krijgen moet beter worden geregeld. Ook wil GroenLinks dat de raad meer inzicht krijgt in de effectiviteit van hulpverlening door Geynwijs als het rechtsreeks door gemeente wordt aangestuurd.
Donderdag 22 februari 2018 besluit de gemeenteraad of Geynwijs direct door de gemeente aangestuurd gaat worden. Tot nu toe zijn die werkzaamheden in een aparte Stichting ondergebracht. GroenLinks vindt dat het onderbrengen van Geynwijs bij de gemeente geen harde garantie is voor de oplossing van de gesignaleerde problemen. Toch lijkt het erop dat de gekozen oplossing de meeste kans biedt om onze inwoners de meest optimale zorg te kunnen bieden.
‘Punten van zorg waarover vooraf helderheid moet zijn hebben wij uitgebreid aan de orde gesteld. De hulpverleners van Geynwijs mogen niet hun beroepsmatige beoordelingsruimte verliezen als ze in dienst komen van de gemeente. Echter, de gemeente is wettelijk verplicht om de beroepscodes van sociaal professionals te volgen en te respecteren. Wanneer sociale wijkteams vanuit de gemeentelijke organisatie werken behouden zij dus altijd hun professionele beoordelingsruimte om hulp te verlenen conform hun beroepscodes.’
Een ander zorgpunt zag GroenLinks in de vraag of medewerkers de plicht hebben om wettelijk-niet-toegestane situaties te melden. Dat zou ten koste kunnen gaan van het opbouwen van een vertrouwensband. Dit is echter niet het geval: volgens de privacywetgeving mogen persoonsgegevens alleen maar verwerkt mogen worden voor het doel waarvoor ze zijn verkregen.
GroenLinks wil dat inwoners die gebruikmaken van zorg op het gebied van jeugd en WMO, moeten kunnen kiezen uit meerdere aanbieders in de cliëntondersteuning. Ook moet de gemeenteraad goed geïnformeerd blijven of inwoners ook de zorg krijgen die zij nodig hebben. Inwoners moeten goed geïnformeerd worden over de zelfstandigheid van professionals bij beoordeling van de hulpvraag en zij horen goed geïnformeerd te worden hoe zij gebruik kunnen maken van verschillende cliëntondersteuners.