De vereniging Martha heeft eerder het college verzocht subsidie te verstrekken voor het schoonhouden van de tramhalte in het stadscentrum. Dat verzoek is toen afgewezen, omdat het schoonhouden moet worden overgelaten aan gespecialiseerde bedrijven, het verlenen van subsidie in strijd is met de aanbestedingsregels en de aanvraag om subsidie niet voldoende was onderbouwd.
Het bestuur van de vereniging maakt hiertegen in een uitvoerige uiteenzetting bezwaar. Alleen iemand die rechtsreeks in zijn belangen is getroffen kan bezwaar maken. De vereniging stelt zich als doel het brengen van glorie aan de heilige God en de verkondiging van het Evangelie van de Here Jesus Christus en dat is duidelijk anders dan het schoonhouden van de tramhalte.
De vereniging is volgens het college dan ook niet ontvankelijk in haar bezwaren tegen het besluit. De bij wet voorgeschreven hoorzitting hoeft niet plaats te vinden omdat onomstotelijk vaststaat dat de verenging geen belang heeft bij het betrokken besluit.