Column Willeke Stadtman: ‘Fotoshoot’

Ik moest op de foto. Voor bij het interview in de Volkskrant over mijn nieuwe boek. ‘Of ik ook een grote ladder had,’ vroeg de fotografe een paar dagen voor de shoot. ‘Ja, en er staan ook steigers, van de schilders, maar of ze er zondag nog staan?’ Zij hoopte heel erg van wel. Ik zag mezelf al op hoge hakken op die steiger balanceren.

Ze waren stipt op tijd. Anouk, de jonge fotografe met haar assistent Angelo. Beiden waren geheel in het zwart gekleed, zij het dat de jongeman een hoogwaterbroek droeg met hagelwitte sokken. Het nieuwe modemotto ‘bruin is het nieuwe zwart’ was aan hen niet besteed.

Anouk had een fantastische plek gezien, een straat verderop, bij het witte huis met de roestbruine regenpijp. Het licht was er prachtig. En dan die abstracte lijnen. Ik was allang blij dat ik niet op die steiger hoefde.

‘Of ik beetje fotogeniek was,’ vroeg Anouk. ‘Ik heb altijd net mijn ogen dicht en volgens mijn man heb ik op foto’s altijd een dramatische blik in de ogen.’ Volgens Anouk kwam dat goed uit, zeker gezien het thema.

Zelf oogde ze op foto’s meestal heel verdrietig. Ze deed het meteen even voor. ‘Zoiets dus.’

Angelo had ook een tic: hij trok altijd zijn rechter wenkbrauw op. ‘Echt een hele rare frons.’ Humor inderdaad.

Goed. Ik moest dus voor die muur met die regenpijp en dan een beetje nadenkend in de verte staren. Intussen hield Angelo een rode folie op, om het zonlicht te weerkaatsen. ‘Vet cool,’ zei Anouk. Ze bleef maar knippen. Het hoofd moest nu naar links. ‘Ook heel gaaf dit.’

Angelo had nu een spiegel in de handen. Voor de belichting van mijn gezicht. Er kwam een blauwe plastic frutsel met gaten uit de tas, door Anouk zelf in elkaar geknutseld. ‘Dit is heel vet. Krijg je een soort patroon op je gezicht.’ Angelo moest die frutsel een beetje laten dansen. ‘Ik wil wind,’ zei Anouk. Angelo duikelde uit weer een andere tas een hoesje op, trok aan een rits en daar ontvouwde zich een platte ronde schijf, waarmee hij terstond fanatiek aan het wapperen sloeg.‘Harder, méér wind,’ zei Anouk. ‘Dit is vet gaaf man.’ Ik mocht de haren natuurlijk niet uit mijn ogen wrijven.

Ik moest nog een keer of tien net doen of ik voorover viel en toen had ze het wel. Thuisgekomen bleek er nog een scherm in de hal te staan. Terug bij de shootlocatie zag ik niemand meer. Tot ze als een soort Jip en Janneke tegelijk opdoken vanachter de heg. ‘We zijn er nog,’ riepen ze in koor. Ze zouden er nog wel even liggen: want 350 foto’s.

Nog even over mijn boek: het heet Slotakkoord. 15 misverstanden over euthanasie en hulp bij zelfdoding. Vanaf 26 oktober verkrijgbaar in de boekwinkel. Op 8 november houd ik een lezing in de Read Shop op Cityplaza. Morgen, woensdag 26 okober dus, sta ik in de Volkskrant. Met foto’s!

cover-slotakkoord

 

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk