Tijdens zijn omzwervingen door en om Nieuwegein heeft de Nieuwegeiner Arend Bloemink (1946) vrijwel altijd zijn camera bij zich. Zijn camera is als het ware een verlengstuk van zijn ogen.
Een veelgebruikt verlengstuk. Hij fotografeert dat wat hem opvalt. Soms is dat iets bijzonders. Soms is dat iets alledaags. Soms fotografeert hij een evenement in Nieuwegein (wielerrondes, openingen, activiteiten van B&W, jeugdvoetbal, een trouwpartij, …). Soms valt zijn (camera)oog op een heel gewoon, maar prachtig stukje natuur. Soms ook fotografeert hij al wandelend in de wilde weg en ziet hij thuis wel wát er op zijn geheugenkaartje is vastgelegd.
Arend Bloemink: ’14 November. Zaterdag. Sinterklaas arriveert in Nieuwegein. In Vreeswijk. Een jaarlijks evenement. Een evenement waar ik graag even bij ben. Samen met heel veel ándere Nieuwegeiners. Peuters, kleuters, kinderen, tieners, vaders, moeders, opa’s (er was dit jaar zelfs een opa-Piet!), oma’s, ooms, tantes… Kleurrijke vrolijkheid alom.’
‘En dan dit kleutertje (of is het nog een peutertje?). Het stond daar. Met een openhouden papieren handschoen. Bedoeld om mee te zwaaien. Gebruikt als strooigoedverzamelobject. Vragende ogen in een slordig zwartgeveegd gezichtje. Als een echt schoorsteenpietje. Ziet twee met strooigoed gevulde handen. Wítte handen, geen uitdelende, zwart gehandschoende pietenhanden. Het kleintje zal toch zeker niet worden overgeslagen? Vergeten?’
‘Gelukkig niet. Ook dit kleine Pietje krijgt een handje strooigoed. Blijft dan rustig, met steeds die vragende ogen wachten op de volgende, met strooigoed gevulde, zwart gehandschoende hand. Wát een feest. Ik heb genoten!’ (Klik op het fotocameraatje voor de foto van de week)