Tijdens zijn omzwervingen door en om Nieuwegein heeft de Nieuwegeiner Arend Bloemink (1946) vrijwel altijd zijn camera bij zich. Zijn camera is als het ware een verlengstuk van zijn ogen.
Een veelgebruikt verlengstuk. Hij fotografeert dat wat hem opvalt. Soms is dat iets bijzonders. Soms is dat iets alledaags. Soms fotografeert hij een evenement in Nieuwegein (wielerrondes, openingen, activiteiten van B&W, jeugdvoetbal, een trouwpartij, …). Soms valt zijn (camera)oog op een heel gewoon, maar prachtig stukje natuur. Soms ook fotografeert hij al wandelend in de wilde weg en ziet hij thuis wel wát er op zijn geheugenkaartje is vastgelegd.
Arend Bloemink: ‘Voorjaar, fietstijd. En zo fiets ik dan langs en door Nieuwegein-Zuid. En hoewel de lucht daar waarschijnlijk wat meer fijnstof bevat dan op andere plekken in Nieuwegein, fiets ik tóch regelmatig over de Parallelweg. Aan de ene kant de A2, aan de andere kant de natuur. En ineens valt me iets op. Iets dat ik niet eerder zag. Iets dat me verbaast. Iets dat me doet besluiten te keren om eens te gaan kijken of ik het wel goed heb gezien…’
‘Inderdaad, bij het inrijden van het terrein van het tankstation staat ècht een bord dat aangeeft dat men daar de bebouwde kom van de gemeente Jutphaas binnenrijdt. Curieus. Jutphaas als gemeente bestaat immers officieel niet meer. En dan, ik ben vergeten daar naar te kijken, staat er bij het uitrijden van het tankstation een bord dat aangeeft dat men de bebouwde kom weer verlaat? Zo niet, bevinden de bestuurders die de snelweg weer oprijden na te hebben getankt zich dan nog steeds binnen de bebouwde kom? En wat is dan hún maximale snelheid?’ (Klik op het fotocameraatje voor de foto van de week)