Tijdens zijn omzwervingen door en om Nieuwegein heeft de Nieuwegeiner Arend Bloemink (1946) vrijwel altijd zijn camera bij zich. Zijn camera is als het ware een verlengstuk van zijn ogen.
Een veelgebruikt verlengstuk. Hij fotografeert dat wat hem opvalt. Soms is dat iets bijzonders. Soms is dat iets alledaags. Soms fotografeert hij een evenement in Nieuwegein (wielerrondes, openingen, activiteiten van B&W, jeugdvoetbal, een trouwpartij, …). Soms valt zijn (camera)oog op een heel gewoon, maar prachtig stukje natuur. Soms ook fotografeert hij al wandelend in de wilde weg en ziet hij thuis wel wát er op zijn geheugenkaartje is vastgelegd.
Arend Bloemink: ‘De laatste zondag in 2014. Gisteren sneeuwde het. Vannacht vroor het. Vandaag schijnt de zon. De wittige, zonbeschenen, frisse wereld nodigt uit voor een wandeling. Een uitnodiging die ik niet aan me voorbij laat gaan. Camera mee, in de hand. Je weet immers maar nooit… Nu en dan balancerend over de gladdige trottoirs en fietspaden struin ik voort. Heerlijk, die frisse lucht. Op de Blauwebrug móet ik even stoppen: Jutphaas. Wonen, werken, handel, industrie, recreëren. Het water, de schepen, links de sportvelden (achter het geboomte), de kerk, de kroegen, de Rijnhuizerbrug en helemaal aan de nevelige horizon de industrie, in de volksmond nog steeds ‘De Persil’ hetend. Het winterse tegenlicht en de daarbij behorende kleuren geven me het gevoel naar een oud schilderij te kijken. Niks bijzonders. Bijzonder mooi.’ (Klik op het fotocameraatje voor de foto van de week)