Tijdens zijn omzwervingen door en om Nieuwegein heeft de Nieuwegeiner Arend Bloemink (1946) vrijwel altijd zijn camera bij zich. Zijn camera is als het ware een verlengstuk van zijn ogen.
Een veelgebruikt verlengstuk. Hij fotografeert dat wat hem opvalt. Soms is dat iets bijzonders. Soms is dat iets alledaags. Soms fotografeert hij een evenement in Nieuwegein (wielerrondes, openingen, activiteiten van B&W, jeugdvoetbal, een trouwpartij, …). Soms valt zijn (camera)oog op een heel gewoon, maar prachtig stukje natuur. Soms ook fotografeert hij al wandelend in de wilde weg en ziet hij thuis wel wát er op zijn geheugenkaartje is vastgelegd.
Arend Bloemink: ‘De Jutphasebrug. Welke Nieuwegeiner kent die brug niet? Meermalen per week maak ik gebruik van de verbinding die, over het Amsterdam-Rijnkanaal, Nieuwegein en Utrecht verbindt. Sinds enige tijd echter ligt de èchte Jutphasebrug enkele meters naast de toeleidende wegen en moeten álle verkeersdeelnemers (óók voetgangers) gebruik maken van een tijdelijke brug. De èchte Jutphasebrug wordt stevig onder handen genomen. Afgelopen weekend wandelde ik onder beide bruggen door. Wát een constructie zeg, daar aan de onderkant van de èchte brug! Een, voor leken zoals ik, onbegrijpelijke ogenschijnlijke wirwar van steigermateriaal en veel hout… Knap hoor, om op deze manier te kunnen bouwen. En omdat zo’n bouwwerk altijd tijdelijk is, is dit zeker een serie foto’s waard. Waarvan hier een voorbeeldje.’
‘Overigens, wanneer de èchte brug weer wordt teruggeplaatst, krijgen de voetgangers dan ook een eigen paadje? Oók op de toeleidende wegen?’ (Klik op het fotocameraatje voor de foto van de week)