Tijdens zijn omzwervingen door en om Nieuwegein heeft de Nieuwegeiner Arend Bloemink (1946) vrijwel altijd zijn camera bij zich. Zijn camera is als het ware een verlengstuk van zijn ogen.
Een veelgebruikt verlengstuk. Hij fotografeert dat wat hem opvalt. Soms is dat iets bijzonders. Soms is dat iets alledaags. Soms fotografeert hij een evenement in Nieuwegein (wielerrondes, openingen, activiteiten van B&W, jeugdvoetbal, een trouwpartij, …). Soms valt zijn (camera)oog op een heel gewoon, maar prachtig stukje natuur. Soms ook fotografeert hij al wandelend in de wilde weg en ziet hij thuis wel wát er op zijn geheugenkaartje is vastgelegd.
Arend Bloemink: ‘Prachtweer, deze dagen. Zómerweer. Alles en iedereen is of gaat met vakantie. Ik niet, ik blijf in Nieuwegein. Hetzelfde geldt voor de Nieuwegeinse schaapherder. Hij blijft ook in Nieuwegein, bij zijn kudde.’
‘Enige weken geleden, nog voordat de zomer losbarstte, trof ik hem met zijn kudde aan de rand van de Batau. De herder, zo rond het middaguur, zou, zo dacht ik, zijn kudde overziende weldra aan zijn met schapenkaas belegde donkerbruine boterhammen gaan beginnen… Maar daarin vergiste ik me dan toch. De relatieve rust (achter de bomen en het struikgewas bevindt zich immers een zogeheten geluidswal met daarachter de immer drukke A2) werd plotsklaps verstoord door het geluid van een brommertje. De jonge bestuurder daarvan bleek op weg te zijn naar de herder. Na te zijn afgestapt vlijde hij zich neer in het nog lege oranje stoeltje, opende de tas die hij bij zich had en haalde daaruit een aantal rood-wit geblokte papieren zakjes… Daar zat vast geen met schapenkaas belegd donkerbruin brood in…’ (Klik op het cameraatje voor de foto van de week)