Tijdens zijn omzwervingen door en om Nieuwegein heeft de Nieuwegeiner Arend Bloemink (1946) vrijwel altijd zijn camera bij zich. Zijn camera is als het ware een verlengstuk van zijn ogen.
Een veelgebruikt verlengstuk. Hij fotografeert dat wat hem opvalt. Soms is dat iets bijzonders. Soms is dat iets alledaags. Soms fotografeert hij een evenement in Nieuwegein (wielerrondes, openingen, activiteiten van B&W, jeugdvoetbal, een trouwpartij, …). Soms valt zijn (camera)oog op een heel gewoon, maar prachtig stukje natuur. Soms ook fotografeert hij al wandelend in de wilde weg en ziet hij thuis wel wát er op zijn geheugenkaartje is vastgelegd.
Arend Bloemink: ‘Voorjaar. Met horten en stoten komt het voorjaar op gang. Een koude dag, een warme dag, een licht-briesje-dag, een volle-wind dag, een dag met zon, een dag met (nu en dan wat) regen. Het is april. En april doet wat het wil. Elk jaar weer. En daarin is april niet alleen. Ook de natuur doet wat het wil. De eerste bloesem bloeit. Een groene waas hangt in de takken. Vogels nestelen, broeden. Na een verkwikkend buitje groeien grassen groener. En op verschiilende plekken in Nieuwegein dartelen lammetjes in dat steeds groener groeiende gras. Lammetjes die nauwlettend in het oog worden gehouden door moeder schaap.’
‘Zoals moeder, mevrouw Schaap-Tien. Als ik aan kom lopen meen ik dat de lammetjes spontaan op mij af kwamen huppelen. Mooi niet. Een licht geluidje doet de jonkies naar mevrouw Schaap-Tien gaan. Etenstijd, snacktijd, het maakt de kleintjes niet uit. Er wordt gulzig gedronken. En mevrouw Schaap-Tien houdt mij ondertussen goed in de gaten. Voorjaar! (Klik op het cameraatje voor de foto van de week)