Tijdens zijn omzwervingen door en om Nieuwegein heeft de Nieuwegeiner Arend Bloemink (1946) vrijwel altijd zijn camera bij zich. Zijn camera is als het ware een verlengstuk van zijn ogen. Een veelgebruikt verlengstuk. Hij fotografeert dat wat hem opvalt. Soms is dat iets bijzonders. Soms is dat iets alledaags. Soms fotografeert hij een evenement in Nieuwegein (wielerrondes, openingen, activiteiten van B&W, jeugdvoetbal, een trouwpartij, …). Soms valt zijn (camera)oog op een heel gewoon, maar prachtig stukje natuur. Soms ook fotografeert hij al wandelend in de wilde weg en ziet hij thuis wel wát er op zijn geheugenkaartje is vastgelegd.
Arend Bloemink: ‘Langzaamaan loopt de zomer ten eind. Jammer, we willen immers allemaal nog best een poosje van dat ‘makkelijke’ weer genieten?! Zonder ons af te vragen of we wèl of nìet een jas aan moeten. Of we wèl of nìet lekker buiten kunnen vertoeven. Of we wèl of juist nìet… Het naderende einde van de zomer heeft ook mooie kanten. Neem nou het gegeven dat de zon inmiddels al weer lager staat. Waardoor niet alleen schaduwen langer worden, maar waardoor ook het tegenlicht steeds scherper wordt. Dat ondervond ik toen ik afgelopen week langs het Lekkanaal, over het Sluispad richting de Beatrixsluis fietste. Scherp tegenlicht, dat het water prachtig fel deed glinsteren. Daarbij, in de schaduwpartijen bij de sluis, een zwak blauwige nevel. De nazomerstilte mooi contrasterend met de bedrijvigheid bij de sluis. Heerlijk Nieuwegein.’ (Klik op het cameraatje voor de foto’s van de week)