Een 54-jarige onderwijzer uit Nieuwegein procedeert bij de Raad van State, omdat hij geen Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) krijgt van het ministerie van Justitie. De Nieuwgeiner vermoordde in 1996 in Maastricht zijn echtgenote, zat zijn straf uit en werkte daarna jarenlang probleemloos op een Utrechtse basisschool.De onderwijzer kwam in de problemen toen hij in 2005 gevraagd werd voor een leidinggevende functie. Zijn werkgever vroeg hem om een VOG, maar dat werd door het ministerie van Justitie geweigerd. Drie jaar daarvoor had hij zo’n verklaring nog wel gekregen van de burgemeester van Maastricht.Volgens Justitie is het motief de VOG te weigeren dat ‘de man in het onderwijs te maken heeft met kinderen in een afhankelijk positie en er sprake is van een voorbeeldfunctie.’ Bij de beslissing heeft de minister gebruik gemaakt van de uitzonderingsregel. In zeldzame gevallen mag de minister afwijken van de VOG-criteria.