De discussie of iets mooi is, of dat je het mooi vindt, leidt vaak tot stevige verbale uitwisselingen. Ik ben overtuigd dat er mensen zijn die door studie en veel ervaring opdoen smaak, kennis en begrip van de zaak ontwikkelen. Al doende verwerven zij het recht om een mening te hebben over wat mooi is. Dat onderbouwen kost dan ook waarschijnlijk weinig moeite. Daarbij doet het er weinig toe om welke kunstvorm het gaat. Discussie wordt vermeden wanneer de deskundigheid van de “zegspersoon” door iedereen geaccepteerd is. Men heeft dan weinig of geen moeite om het hoofd te buigen en die deskundige te volgen. Men onderwerpt zich met instemming en erkenning aan het feit dat die ander op het betreffende gebied groter en deskundiger is.Zonder die zekerheid ziet de situatie er geheel anders uit. Immers er niet zeker van zijnde dat de gesprekspartner recht van spreken heeft, weigert men meestal categorisch te accepteren dat hij of zij kan zeggen dat iets mooi is. Hij of zij vindt iets mooi en dat is dan altijd "een kwestie van smaak". En men piekert er niet over zich te onderwerpen. Want hoe kan die andere nu deskundiger zijn dan ik of de gemiddelde persoon uit mijn straat? Met hand en tand wordt dan vermeden om verder te praten waarom die ander zo zeker is dat het mooi is. Toegeven is opeens niet meer aan de orde. Zich onderwerpen is onmogelijk. De emotie heeft de discussie overgenomen.Ik moest hier aan denken door opmerkingen die ik soms mag oogsten vanwege mijn columns of vanwege mijn commentaar in commissies of de raad. Het belangrijkste verwijt is dat ik zo negatief ben. Wat overigens andere politici die bij de oppositie behoren, ook te horen krijgen. Ik heb zelfs een keer mogen vernemen dat ik bezig was met pesten, een mening die aangeeft hoe ver men kan gaan met het niet willen begrijpen wat er staat.De verbinding met het eerste stuk van mijn verhaal is er wel degelijk. Het is objectief voor iemand met veel ervaring en de wil om zich helemaal in te leven in de gemeentelijke politiek, heel goed doenlijk om een objectieve mening te hebben. Al doende weet hij of zij wat er goed gaat in onze stad en wat zeker voor verbetering in aanmerking komt. Hij heeft bewondering voor de creativiteit van de ambtenaren die vaak meer producten en beleid moeten ontwikkelen dan managers bij Unilever of Philips. En hij of zij ziet ook dat er van alles misgaat omdat de organisatie gewoon te veel hooi op de vork neemt; met dank aan het management en de politiek. Vragen staat immers vrij en als er middelen zijn, gaat men aan de gang. Of het nuttig is, wordt vaak niet gevraagd. Ambtenaren weigeren niet gauw een opdracht. Bovendien kan een dommerik meer vragen dan een wijs man kan beantwoorden. En die vragen komen van Den Haag, van de provincie, van de buurtgemeenten, van de politiek en zeker ook van de inwoners van de stad. En dan kan er van alles gebeuren.Dat kan de vraag zijn. Dat kan het gebrek aan kennis zijn binnen de gemeentelijke organisatie die zoiets niet gauw zal toegeven. Dat kan gewoon slecht werk zijn. Dat kan de politiek zijn die in de besluitvormingsprocessen haar rollen niet goed speelt en zaken laat gebeuren die eigenlijk gewoon niet moeten of kunnen. Al die zaken leveren met gemak een column per week op en soms veel meer. Ja, en daar staan soms onaangename of domme dingen in. Die gebeuren namelijk ook. Is dat objectief juist? Neen, er zit meestal emotie in!De aardigste columns komen natuurlijk voort uit fouten die door de politiek of bestuur veroorzaakt zijn en die vervolgens door ontkenning of halfbakken reacties nog ernstiger worden. Ja, dat levert stevig commentaar op. Dat mag ook. Wanneer u dat alleen maar negatief vindt, dan laat u de emotie de discussie overnemen. Wanneer u het oneens bent, mag u reageren en uitleggen waar de fout zit. Dan komt er een discussie en daarvoor worden deze columns eigenlijk geschreven. Al vindt de discussie alleen maar in uw hoofd plaats. Maar, met anderen samen is het veel leuker.