Op 12 december 2002 heeft de Parlementaire Enquêtecommissie Bouwnijverheid haar eindrapport aan de Voorzitter van de Tweede Kamer aangeboden. Een onderdeel van dit eindrapport betreft het deelrapport over de Vinex Woningbouwlocaties. Deze rapportage is gebaseerd op een schriftelijke enquête onder 50 gemeenten, die een Vinex/Vinac bouwopgave hebben. In deze enquête zijn vragen gesteld, die onder meer betrekking hadden op de grondposities van marktpartijen, de samenwerkingsconstructies en de invloed van beide op de kwaliteit van de planontwikkeling.
Aan deze enquête heeft ook de gemeente Nieuwegein meegedaan voor wat betreft de woningbouwlocaties Blokhoeve en Vreeswijk-Noord. Over Blokhoeve staan geen beschouwingen. Ten aanzien van Vreeswijk-Noord beschrijft de commissie de wijze waarop de gemeente Nieuwegein vanuit een 100 procent eigen grondpositie tot de keuze van een ontwikkelaar is gekomen. Op basis van een door marktpartijen in concurrentie ingediend woningbouwplan en bijbehorend grondbod is uiteindelijk de keuze gevallen op de ontwikkelaar Heijmans v.w.b. de koopwoningen en woningbouwcorporatie. De Principaal v.w.b. de huurwoningen.
Gezien de ervaringen met genoemde projecten in relatie tot de bevindingen daarover in de rapportage ziet de gemeente geen aanleiding haar werkwijze in dit soort bouwtrajecten aan te passen. Het college van B&W heeft het deelrapport Vinex Woningbouwlocaties voor kennisgeving aangenomen.