Vóór mijn vakantie op de lange latten beschreef ik mijn zorg over de toekomst van onze binnenstad. Die ligt er mede door de recessie ernstig gehandicapt bij. In een brief (art.42) aan het college was daarom door een aantal politieke partijen ook om financiële en operationele duidelijkheid gevraagd. Hoe zien de plannen voor de verschillende deelgebieden in de stad er uit en wat zijn de schattingen van baten en lasten? Ook vroegen we om "plan B", een metafoor die al langer bestond, in die zin dat er iets moet gebeuren wanneer de bestaande plannen niet haalbaar blijken te zijn.Tot nu toe is het met virtuoos omdenken en alternatieven voorstellen soms gelukt. Zo werd De Kom van haar oorspronkelijke plekje weggehaald en naast het nieuwe stadhuis geprojecteerd. Misschien zelfs een verbetering van de situatie ten opzichte van de oorspronkelijke plannen. Daarentegen ziet het er uit dat gebiedsdeel 13, wat we kennen als de nieuwe parkeerplaats, omringd is met onduidelijkheden en dat betreft niet alleen de bestemming, maar al evenzeer de opbrengsten. De projecten die door derden gedaan moeten worden en ook geld opbrengen zijn niet talrijk. De afspraken met Corio staan, maar de Palmtoren(s) staan op “losse schroeven.” En – zoals gezegd – is er verder nog niets concreets, terwijl de teller van kosten, waaronder rentekosten of gemiste rente-inkomsten wanneer we uit de reserves leven, doorlopen.Onze opmerkingen en de brief van VSP, ONS, Leefbaar en Groen Links hebben effect gehad. Tijd voor "plan B", riep het AD. En wethouder Lubbinge was er als de kippen bij om die oproep af te doen met de woorden: “Je moet kijken hoe je de ontwikkelingen wél door kunt laten gaan. En niet somber met de armen over elkaar gaan zitten. Dan gebeurt er helemaal niets meer. Een plan B is niet nodig.” Dan volgen wat opmerkingen over de contacten die de wethouder gaande houdt.In feite onderstreept de wethouder met zijn ontkenningen de noodzaak van "plan B": kijken hoe je door moet gaan en niet somber bij de pakken neer zitten. Daar zitten wethouder en vragenstellers volledig op dezelfde golflengte. Wat blijft, is het bijna genetisch bepaalde weigeren van een woord dat de oppositie aandraagt om te zeggen: “Niet bij de pakken gaan zitten; kijken hoe je door moet gaan.” Maar dat nemen wij de wethouder niet kwalijk. Wanneer hij doorgaat en slaagt, mag hij het noemen hoe hij het wil. Wanneer hij dan ook wat openhartiger wordt over wat er in zijn variant van de plannen allemaal aan de hand is, heeft de raad ook meer het gevoel dat er echt gewerkt wordt. Dat kunnen we dan weer doorvertellen en zo hebben we één Nieuwegeins geheim opgelost. Resultaten komen er alleen maar door keihard te werken.Een ander effect van het uiten van zorg over de toekomst is het feit dat de collegepartijen, aangevoerd door de heer Adriani van de PvdA, een stevig initiatief neerzetten om het college op te roepen het hoofd te bieden aan de gevolgen van de economische crisis. Ook hier was het genetisch bepaald dat er een berg PvdA propaganda aangevoerd werd, maar raadsbreed ging men er toch voor, omdat men wel vertrouwen heeft dat het college daar wel omheen werkt. De echte discussie is natuurlijk hoeveel prijsverhogende politieke hobby’s we kunnen rechtvaardigen wanneer die de reactivering van een aarzelende economie in de weg staan? Het tweede punt is hoe we in plaats van allerlei nieuwe initiatieven met heel veel gepraat en gedoe nu eens gewoon de bestaande zaken optimaliseren, de juiste urgenties vaststellen en aan de slag gaan? Het pleiten van sommige partijen voor samenwerkingsprojecten van allerlei aard is niet verkeerd, maar heeft nu even geen prioriteit wanneer je snel resultaat wilt boeken.Tenslotte was de crisis ook op andere niveaus doorgedrongen en kregen we net op het nippertje als raadsleden een briefje wat aangaf wat het college, lees de ambtelijke staf, allemaal aan het doen is vanwege de economische crisis. Er stond in het stuk geen verkeerd woord. Maar het rook naast al die politieke initiatieven een beetje naar een noodkreet. Héhé, wij zijn er ook nog en ook wij zijn hard bezig. Nu, wij verwachten ook niet anders.Wat een effecten, hè?