Eeuwige elegantie: ‘Versierde doodskistschroeven uit Jutphaas’

Het Meldpunt Archeologie Utrecht houdt maandelijks een spreekuur. Hier kunnen bezoekers terecht met hun vondsten die zij eerder hebben gedaan in de provincie. Onlangs brachten Willem van der Steeg en Ronald Walsteijn een bezoek aan dit spreekuur. Zij hadden samen vondsten gedaan bij de Sint-Nicolaaskerk in Jutphaas (Nieuwegein): zij vonden hier in omgewoelde bouwgrond meerdere schroeven met daarop een sierlijk kruis bevestigd.

Drie van de gevonden doodskistschroeven met in het midden een exemplaar met een scène met Maria en Maria Magdalena | Foto: W. Hinrichs

Wat zijn dit voor een schroeven en waarvoor werden ze gemaakt? Het meldpunt zocht het samen met de vinders uit voor onderstaand verhaal, geschreven door Wouter Hinrichs, Wouter is als publieksarcheoloog werkzaam bij Landschap Erfgoed Utrecht/PAN-regio Centraal. Bij het bezoek aan de kerkparochie in Jutphaas werden de schroeven en andere gevonden voorwerpen goed bekeken door Hinrichs.

Hinrichs: ‘Na uitgebreid onderzoek werd het duidelijk waarvoor de schroeven hadden gediend: het zijn schroeven van een graf- of doodskist! Dergelijke schroeven waren onderdeel van de metalen versiering van de doodskist van een overledene. Op basis van de context waarin deze Nieuwegeinse exemplaren zijn gevonden en hoe de schroeven gemaakt en versierd zijn wordt vermoed dat ze zijn gemaakt zo rond het jaar 1900.’

Foto: Wouter Hinrichs | Meldpunt Archeologie Utrecht – 2024. Enkele andere vondsten die door de vinders werden gedaan: een munt uit Nederlands-Indië, een zilveren lepel van ‘Van Kempen en een vroeg 20e-eeuwse brochespeld in Amsterdamse-schoolstijl. Deze zullen later beschreven worden.

Het verzegelen van de kist
Schroeven zoals deze hadden als doel het deksel van een kist van een overleden persoon te bevestigen en deze zo op zijn plek houden. Dit had een reden. Net als dat tegenwoordig nog gebeurt, werden doodskisten ook aan het begin van de 20e eeuw regelmatig verplaatst voor deze de laatste rustplaats bereikten. Zo stond de kist met de overleden persoon vaak eerst opgebaard, bijvoorbeeld in het huis van de overleden persoon. Na de opbaring werd de kist naar de kerk vervoerd voor de uitvaartdienst en begrafenis, bijvoorbeeld gedragen door nabestaanden of door middel van een paardenkar of koets. Om ervoor te zorgen dat het deksel en de overleden persoon mooi bleven liggen en mogelijke ongelukken te voorkomen, werd ervoor gekozen om de kist goed af te sluiten. Dat is het functionele verhaal. Decoratief is er nog meer aan de hand!

Decoratief kistbeslag
Naast het bevestigen van het deksel werden de schroeven ook gebruikt om de kist te versieren. De middeleeuwse en vroegmoderne voorlopers van de hedendaagse grafkist hadden een simpel karakter: het waren vaak eenvoudige kisten gemaakt van houten planken. De kist en het deksel werden in elkaar gezet met eenvoudige ijzeren nagels. Rond het einde van de 18e eeuw begon elegantie en versiering van grafkisten een belangrijke rol te spelen, met name bij de rijkere bevolking. Er werden luxere houtsoorten en lakken gebruikt en de kisten werden rijkelijk voorzien van metalen versieringen en handvaten van brons of zilver. Voor de decoratie van het beslag was de keuze groot: van kruizen en christelijke figuren zoals engelen tot aan elegante bloem- en bladerversieringen.

Een opmerkelijke decoratievorm die met name in de 18e- en 19e eeuw voorkwam is het zogenaamde ‘kruisbeenderen’ motief: een doodshoofd met daaronder twee botten in een kruis afgebeeld. Dit teken werd gebruikt om te verwijzen naar Golgotha. Dit was de plaats buiten de muren van Jeruzalem waar Jezus volgens het Nieuwe Testament is gekruisigd. Golgotha betekent in het Aramees ‘Schedel(plaats)’. Het motief komt vaker terug op kisthandvaten, maar ook op doodskistschroeven zoals deze.

De schroeven uit Jutphaas
De decoratiestijl en de vindplaats van de schroeven uit Jutphaas wijzen sterk op een christelijke context. Op de verschillende schroeven is Jezus afgebeeld, stervend aan het kruis. Achter het kruis is een aureool of stralenkrans te zien. Dit is een teken dat in het christendom wordt gebruikt om aan te duiden dat iemand of iets heilig is.

Dit lijkt een gestandaardiseerde versiering te zijn geweest voor dergelijke doodskistschroeven aangezien er op de vondstlocatie maar ook op andere plekken in Nederland en Vlaanderen vrijwel identieke exemplaren zijn teruggevonden. Eén exemplaar valt op in de gevonden schroeven uit Jutphaas: we zien hier niet enkel het kruis met Jezus, maar ook een knielende Maria en Maria Magdalena onder aan het kruis die rouwen om de dood van Jezus. Dit is een scène die vaak is afgebeeld in katholieke kerken en op kunstwerken.

Vondsten uit een graf?
Zoals al eerder werd genoemd zijn de vondsten gedaan bij de Sint-Nicolaaskerk in Jutphaas. Het katholieke complex is in de laat 19e-eeuw gebouwd en bestaat uit een kerkgebouw en een aangrenzende parochie en begraafplaats. Hoewel de eerste gedachte wellicht opspringt dat er mogelijk een graf is geraakt tijdens de bouwwerkzaamheden is dit vrij onwaarschijnlijk. Op de specifieke vondstlocatie hebben namelijk nooit graven gelegen. Waarschijnlijk gaat het hier om een stortplaats van het kerkterrein. Bij mogelijke grafruimingen of andere werkzaamheden op de nabijgelegen begraafplaats kunnen kistonderdelen zijn achtergebleven of weggegooid waardoor ze in de grond terechtkwamen.

Geschreven door Wouter Hinrichs, Wouter Hinrichs is als publieksarcheoloog werkzaam bij Landschap Erfgoed Utrecht/PAN-regio Centraal.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren