ik moest even peinzen toen ik las dat de gemeente niet van zins is de kloosterbrug beter begaanbaar te maken voor rolstoelgebruikers. dat zou, stelt men, nogal wat impact hebben. en ‘niet alles is maakbaar’(pijnlijk genoeg beseffen de belanghebbenden dat wel).
doorgaans weet nieuwegein wel raad met impact, de sloopkogel zou zo maar in het stadswapen mogen.
ook moest ik peinzen toen ik las dat men een deel van de te dikke dieren (verwijderd uit de dierenweides) heeft laten inslapen. impact.
als er één schaap over de brug is …
een brug verbindt van hier naar daar
een groot gemak voor de passant,
hoewel, niet voor elke, want
niet iedereen is wandelaar
de kloosterbrug? een hindernis!
voor wie niet vlot genoeg
de bochten en de hoogtes neemt.
dat blijft, helaas, zoals het is
want impact strijdt met maakbaarheid
een stad kan ook niet alles doen
dan roept de orde van de dag,
ook dat past binnen het beleid
de kloosterbrug? ’t is monnikenwerk!
maar wie zijn dieren daags er over stuurt
weet dat hun leven langer duurt
ze worden immers slank en sterk
© ton de gruijter
Over Ton de Gruijter
Met zijn poëzie werpt Ton de Gruijter (1953) een nieuw licht op actualiteiten. Hij legt wat er gebeurt in de stad vast in mooie beelden en rake bewoordingen.
Hij schreef jarenlang stadsgedichten op De Digitale Stad Nieuwegein en publiceerde de bundel Groeten uit Nieuwegein. Van 1 juli 2021 tot en met 1 juli 2022 mocht Ton de Gruijter zich Stadsdichter noemen op initiatief van bibliotheek De tweede verdieping. De toenmalige burgemeester Frans Backhuijs benadrukte dat de dichter absoluut geen blad voor de mond moest nemen. En dat deed hij dan ook niet.
Ton over zijn manier van schrijven: ‘Ik denk graag over verlangen, het verglijden van de tijd, veroudering, en de vragen rond conflicten en hoe het met de mens en de religie gaat. Ik probeer het zodanig uit te werken dat in de kortheid van een gedicht toch een beeld of een verhaal herkenbaar is. Ik vind het belangrijk iets te maken wat geen halffabricaat is, en het moet –voor zover mij dat lukt- taalkundig kloppen.’
‘Ik hou van rijm en ritme. Ik gebruik dus ook een schema, zoals een notenbalk bij muziek kan helpen. Taal is voor mij een gebied vol verborgen schatten. Schrijven helpt dit te ontginnen.’