Overbodige verpakkingen, het is een grote ergernis voor veel mensen. Zeker nu steeds meer gemeenten ertoe overgaan om de afvalstoffenheffing te differentiëren. Hoe meer afval je produceert, des te meer je betaalt om het af te voeren. Dan is het natuurlijk een doorn in het oog als je iets koopt dat meer verpakkingsmateriaal bevat dan nodig. Neem bijvoorbeeld piepschuim dat wordt gebruikt om bijvoorbeeld huishoudelijke apparaten te verpakken. Dat neemt behoorlijk wat ruimte in de restafvalcontainer in. Maar ook een fles of pot die maar voor de helft is gevuld en dus best kleiner zou kunnen wekt ergernis bij de consument.

Fabrikanten zetten de knop om
Steeds meer fabrikanten concluderen dat het anders moet. Dat merken ook bedrijven die verpakkingen afvullen. Zij krijgen steeds vaker orders waarbij de verpakking precies passend is voor de hoeveelheid product die er in gaat. De overdadig grote verpakkingen behoren steeds vaker tot het verleden. Ook wordt er vaker gekozen voor gerecycled plastic of voor dunner materiaal. Dat maakt de fles, pot of container natuurlijk wel kwetsbaarder. Bijtende vloeistoffen moeten uiteraard goed worden verpakt om problemen te voorkomen. Maar bedrijven realiseren zich dat ze hun product uit de markt prijzen als ze geen gelijke tred houden met de concurrentie.

Plastic in het milieu
Plastic doet er in het milieu vaak tientallen jaren over om te vergaan. Dat weten ze ook bij JBC Solutions, een bedrijf dat vloeistoffen en ook vaste stoffen afvult voor bedrijven. Zij werken dagelijks met materialen die in heel grote en ook heel kleine verpakkingen worden afgeleverd. Of het nu gaat om 25 ml of 100 liter. Vaak gaat het om vloeistoffen die schadelijk kunnen zijn als ze in de open ruimte terechtkomen. Het is daarom van het grootste belang dat het afvullen zeer zorgvuldig gebeurt.

Straks geen plastic meer?
De overheid heeft het jaar 2050 in het vizier om klimaatneutraal te worden. Vanaf dan mag er ‘geen afval’ meer worden geproduceerd. Dat streven zal niet helemaal haalbaar zijn, maar het doel is wel om de hoeveelheid afval zo ver mogelijk te reduceren. Dat gebeurt overigens niet alleen op consumentenniveau. Ook de bouw moet eraan geloven. Circulair bouwen, waarbij beton, staal en andere materialen worden hergebruikt, moet steeds meer worden toegepast.

Statiegeld moet uitkomst bieden
We moesten er een beetje om lachen: statiegeld op blikjes frisdrank. Maar nu het in 2023 eenmaal zover is blijkt toch dat het effect heeft. Er worden er heel wat ingeleverd. Hetzij door de kopers, hetzij door ‘rapers’ die er wat extra mee willen verdienen. De verwachting is dat in de toekomst op steeds meer verpakkingen statiegeld wordt geheven. Dit zal hopelijk mensen er meer toe bewegen om de lege verpakking weer in te leveren. Dat dit wellicht zal leiden tot logistieke problemen is nog wel een ding waar goed over moet worden nagedacht.