Afgelopen vrijdag bezochten groep 7 en 8 van basisschool De Krullevaar de penitentiaire inrichting Nieuwegein. Ruud Patist leidde hen langs de cellen, de arbeids- en bezoekruimte en het stiltecentrum. Twee gedetineerden vertelden hoe zij het het gevangenisleven ervaren. Tot slot aten de leerlingen een broodje in kantine “de Lik.” Tweejaarlijks bezoeken groep 7 en 8 van basisschool De Krullevaar de penitentiaire inrichting van Nieuwegein, ook wel P.I. genoemd. Zo kunnen de leerlingen zien hoe het gevangenisleven er in de werkelijkheid uitziet.
De P.I. van Nieuwegein is in 1999 in bedrijf gegaan. Gepensioneerde Ruud Patist heeft er sinds het begin gewerkt maar is als pr-medewerker nog steeds betrokken. Hij vertelt dat er 366 cellen zijn en 250 personeelsleden. Momenteel zijn er 392 gedetineerden in de P.I. maar er kunnen er wel 418 terecht. Sommigen gedetineerden moeten dus een cel delen.
Elke gedetineerde doet vier uur per dag arbeid zoals het inelkaar zetten van OV-fietsen. Daar krijgen ze maximaal € 1,52 per uur voor. Met het verdiende geld kunnen ze boodschappen zoals chips of sigaretten betalen of de kosten voor het kijken van tv (€ 3 per week). Eén uur per dag mogen ze luchten. Veel vertier is er verder niet. Ze mogen twee keer per week sporten en een keer per week naar de bibliotheek. Voor bezoek is een uur per week uitgetrokken.
Nadat de kinderen een film over de P.I. hebben gezien, mogen ze vragen stellen aan Ruud Patist. Op de vraag of er wel eens iemand is ontsnapt, antwoordt hij: “Nee, er zijn wel pogingen gedaan.” Hij vertelt over een gedetineerde die een tweelingbroer had. Met hem had hij afgesproken dezelfde kleren te dragen tijdens het bezoekuur. Aan het einde van het bezoek vertrok de gedetineerde broer en de “brave” broer bleef achter in de gevangenis. Gelukkig hadden de bewaarders de wisseltruc net op tijd door. Dat kwam omdat de bijna ontsnapte gedetineerde zich wat zenuwachtig gedroeg. “Een gevangenisbewaarder is bijna 100% van zijn tijd aan het observeren.” aldus Ruud, “Verdacht gedrag valt hem dus snel op.”
De kinderen worden door het complex geleid, via metalen deuren van wel 250 kg. Ruud heeft ze gewaarschuwd dat ze niet mogen rennen, stoeien, gillen of het gevangenispersoneel inhalen. Dat zijn de regels van de P.I. De cellen blijken klein en ongezellig. Het uitzicht is niet veel beter: alleen muren, geen grassprietje in beeld.
Even later neemt de herstelconsulente – iemand die praat met gedetineerden die berouw tonen – ons mee naar het stiltecentrum. Het is een ruimte waarbinnen de P.I. kerkdiensten houdt. De pastor is kort aan het woord. Dan vertellen 2 gedetineerden hoe het gevangenisleven ze bevalt. Niet dus.
“De verveling slaat al snel toe”, aldus een van de twee, “Het weekend is erg saai omdat er dan niet de dagelijkse arbeid is en geen sport.” Maar vooral missen ze hun familie en vrienden. Ze hebben er spijt van dat ze hen verdriet hebben gedaan. Ze waarschuwen dat ouders snel moeten ingrijpen zodra hun kinderen “kleine foutjes” gaan maken. De leerlingen krijgen een rozenkrans mee en een handdruk van beide gedetineerden. Na een lunch in kantine “de Lik” staan ze – toch wel een beetje opgelucht – even later weer buiten.