Op 8 november mocht ik over mijn nieuwe boek Slotakkoord. 15 misverstanden over euthanasie en hulp bij zelfdoding komen vertellen in Tijd voor Max. Een paar dagen ervoor had ik een telefonisch gesprek met een enthousiaste jonge redacteur.
Ze wilde duidelijk zijn: de eindredacteur vond het een heftig onderwerp voor de doelgroep van Max. Daarom was het fijn als het mij zou lukken om tijdens de uitzending een sympathieke, rustige en weloverwogen indruk te wekken. En ik mocht het ook best een beetje persoonlijk maken. ‘Anders doen Sybrand en Martine dat wel,’ zei ze er lachend achteraan.
Op de dag van de uitzending repte ik mij over de Mies Bouwman Boulevard via de Leen Jongewaardweg naar Studio 23 van Omroep Max.
Een opgewekte veertiger met een lange paardenstaart deed de deur voor me open: de gastvrouw. Ik kon gerust de hele middag met een kopje thee en een verantwoord rijstknabbeltje op een oranje bank voor mensen met lange benen gaan zitten.
Het was er koud en er was verder niemand. Op het grote TV-scherm prees Manuela Kemp evergreens uit de top 1000 aan. Ze was nog altijd heel erg blond.
In het journaal was volop aandacht voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Dat was amper twintig uur voordat duidelijk werd dat iedereen er met zijn voorspelling naast had gezeten.
De gastvrouw kwam binnen en zei dat ik alvast naar de visagie kon. Naast mij zat een vrouw met een haarprobleem: de blonde pony zag eruit alsof ze die net iets te lang in een net iets te heet wafelijzer had gehouden. ‘Ik heb er toch echt niet met de stylingtang aangezeten,’ zei ze, het klonk enigszins besmuikt.
Terug van de visagie ontmoette ik Ted, de huisdokter van Max. Ik gaf hem een hand. ‘Ik ga het hebben over flaporen,’ zei hij. ‘Daar schijnt vraag naar te zijn.’
Het werd steeds drukker in de wachtruimte, de programmamakers liepen driftig heen en weer, de gitarist die Mylou Frencken begeleidde ging even inspelen en een van de gasten was zo zenuwachtig dat ze om een glas witte wijn vroeg.
Daar was de redacteur. ‘Ik kom even voor de doorloop,’ zei ze, ‘dan weet je een beetje hoe het gaat.’ Dat was fijn, want de eerste vraag hadden we in het voorgesprek niet aan de orde gehad. En een paar andere vragen ook niet.
Tien minuten voor de uitzending hoorde ik dat ik pas niet meteen aan tafel zou zitten. We hobbelden achter elkaar de studio binnen. Ik moest op de tribune. Ik zag hoe Sybrand Niessen mijn boek na een korte blik op de achterflap achteloos teruglegde.
Ik zat naast Ans Markus.
Bij de eerste vraag hield Sybrand het verkeerde boek omhoog. Het schijnt dat ik het best aardig gedaan heb.
Ik heb het nog niet teruggekeken.