Column Willeke Stadtman: ‘Sneeuw’

De Nieuwegeinse Willeke Stadtman (1950) is onlangs een tweede leven begonnen als schrijfster. Is echtgenote en moeder van drie kinderen. Heeft inmiddels drie kleinzoons, een kleindochter (Eloisa), een hond (een Roemeense kliko) en een kleinhond (de hond van haar dochter).

Vierendertig jaar was Willeke werkzaam in de gezondheidszorg, aanvankelijk als arts, later als bestuurder met name in de ouderenzorg. In 2011 is zij gestopt met werken, precies zoals zij zich had voorgenomen. Sinds eind 2014 werkt zij als arts voor de Levenseindekliniek. Al een tijdje heeft Willeke haar eigen column op De Digitale Stad Nieuwegein. Deze week de column: ‘Sneeuw.’

Buiten liggen de laatste resten van de hevige sneeuwval. Het blijft nog even glibberen, maar de nationale opwinding over het natuurverschijnsel ‘sneeuw’ is alweer behoorlijk afgenomen. Marco Verhoef, die ongelooflijk kickt op extreem weer (‘daar doe je het voor als weerman’) kijkt met nauwelijks verholen ongenoegen naar de weermodellen: voorlopig kan hij het wel schudden: geen sneeuw, geen ijzel, geen vorst, geen klap onweer, geen storm, geen schot hagel. Niks. Gewoon saai donkergrijs weer met af en toe een flauw zonnetje bij een onbeduidend windje en lokaal mogelijk een enkel hoosbuitje.

Ik kan me niet herinneren dat we vroeger van die codes hadden. Vroeger sneeuwde het gewoon, en dan had je wat overlast, daar maalde niemand over.

Tegenwoordig kom je om de haverklap voor een moreel dilemma te staan. Bij code rood kun je beter de weg niet op. Behalve als het moet.

Ik zou een lijstje wel handig vinden: tien goede redenen om bij code rood toch de weg op te gaan. Dat je dat even kunt afvinken. Dat je dat niet allemaal helemaal zelf hoeft te bedenken.
Net als die verrukkelijke tips van Rijkswaterstaat voor als je hebt moeten beslissen dat je toch echt de weg op moet.

Voor automobilisten geldt: afstand houden, rustig optrekken (wild optrekken kán bij gladheid problemen geven), rustig sturen en geen scherpe bochten maken (behalve natuurlijk als er een scherpe bocht is).

Verder is het zaak vol op de rem te gaan als dat nodig is (anders blokkeert het remsysteem niet). Maar het allerbelangrijkste: raak niet in paniek als je de vangrail op je af ziet komen. De vangrail kan je helpen om weer in het juiste spoor te raken (denk even aan de botsauto op de kermis of aan het bandstoten bij biljarten).

Voor de wandelaar de volgende gouden tip: let op de schoenen die je aantrekt (geen hoge hakken) en dan vooral op de zool.

Kom daar zelf maar eens op.

Koop eventueel antislipzolen. De schoenmaker zet ze er zo voor je onder.
Leren- of nylonzolen kun je bewerken met schuurpapier om de zool minder glad te maken. Maar je kunt natuurlijk ook gewoon over je schoen een oude sok aantrekken en die ter hoogte van de enkel met een veter vastmaken.

Als het heel erg wordt: bind dan een anti glij-ijzer onder de schoenen. Hebben ze in Siberië uitstekende ervaringen mee. Daar is het ook wel eens glad.

De treinreiziger moet vooral met van alles rekening houden: dat hij behoorlijk hinder kan ondervinden op het spoor. Maar ook met reistijden, vertraging, drukte op perrons en met extra overstappen.

Motorrijders dienen hun gewicht in de bocht geleidelijk te verplaatsen en mogen vooral niet aan hun stuur gaan trekken.

Ik moest de weg op. Het was heerlijk. Al die keurige rijders: veel veiliger dan anders.
Doe mij maar sneeuw.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk