De Nieuwegeinse Willeke Stadtman (1950) is onlangs een tweede leven begonnen als schrijfster. Is echtgenote en moeder van drie kinderen. Heeft inmiddels drie kleinzoons, een kleindochter (Eloisa), een hond (een Roemeense kliko) en een kleinhond (de hond van haar dochter).
Vierendertig jaar was Willeke werkzaam in de gezondheidszorg, aanvankelijk als arts, later als bestuurder met name in de ouderenzorg. In 2011 is zij gestopt met werken, precies zoals zij zich had voorgenomen. Sinds eind 2014 werkt zij als arts voor de Levenseindekliniek. Al een tijdje heeft Willeke haar eigen column op De Digitale Stad Nieuwegein. Deze week de column: ‘Sinterklaas.’
Ik ben eerlijk gezegd blij dat hij weg is. En heus niet vanwege Sinterklaas. Die komt elk jaar op een stoomboot braaf naar Nederland, racet wat over de daken op een schimmel – die vermoedelijk genetisch gemanipuleerd is omdat hij eindeloos veel wortelen kan verteren -, gooit achteloos cadeaus in schoorstenen, neemt zonder problemen kleine kinderen op schoot, en praat openhartig met Dieuwertje Blok in het Sinterklaasjournaal.
Sinterklaas heeft nooit ergens problemen mee. Hooguit wat ongemakken met de weersomstandigheden, bijvoorbeeld gladde daken of een gevoelstemperatuur van min achttien. En in 2010 is een enkele Piet ten prooi gevallen aan de Mexicaanse griep, omdat de Sint een fervent tegenstander is van preventief vaccineren. Hij kent het na al die eeuwen wel, die hypes over de griep. Zijn recept was altijd zeer eenvoudig en doeltreffend: op tijd onder de wol, driemaal daags zes pepernoten, een stuk borstplaat (bruin) en minimaal eenmaal per dag flink zwaaien met de roe of de staf.
En wat ik nou zo misselijk vind: Sinterklaas wordt elk jaar met veel tamtam binnengehaald, er is TV bij, veel publiek en iedereen wil in een goed blaadje komen bij de Goedheiligman.
Bij het maken van gedichten wordt valsheid in geschrifte niet geschuwd en verlanglijstjes krijgen steeds vaker iets corrupts. Zelfs hele kleine kinderen voelen haarscherp aan dat ze naast de twintig hele dure cadeaus ook een wat minder prijzig cadeautje op hun lijstje moeten zetten: dan vragen ze bijvoorbeeld een doosje bruine elastiekjes voor om het lunchtrommeltje of een set paperclips om papa- en mama’s rondslingerende papieren een beetje bij elkaar te houden.
Maar van wederkerigheid is geen sprake. Niemand bekommert zich om zijn vertrek. Hij moet zelf maar zien hoe hij met die stoomboot terugkomt in Spanje. Er staat niemand op de kade om hem uit te zwaaien.
Oké, vorig jaar was er iets over te doen. Het bleek dat autistische kinderen niet uit de voeten kunnen met het onzichtbare vertrek van de Sint: ze zien hem wel komen, maar ze zien hem niet gaan. En daarom denken die kinderen tot diep in maart dat achter elke struik een Zwarte Piet kan opduiken.
Het zou van fatsoen getuigen als we die Sint een behoorlijk afscheid zouden gunnen. Bovendien kan iedereen met eigen ogen zien dat die pieten ook allemaal vertrokken zijn.
Ik ben eerlijk gezegd blij dat hij weg is, die hele Sinterklaas. Hoeven we ons tenminste een maand of tien niet bezig te houden met die oeverloze discussies over de kleur van Pieten.