Ik heb makkelijk haar, dat heel moeilijk zit. Ik heb krullen, ik word er mijn hele leven al door een schare van goedbedoelende vrouwen om benijd: ‘Jij hoeft alleen maar even een hand door je haar te halen als je het gewassen hebt, ik wou dat ik zulk haar had.’ Dat klopt. Als je eruit wil zien als iemand die recent een iets te strak bejaarden permanentje heeft laten zetten bij een malafide kapper, die slecht Nederlands spreekt.
Het is er de tijd niet naar om kond te doen van mijn leven met makkelijk haar dat moeilijk zit. Ik heb wel iets anders aan mijn hoofd in deze crisis. Zoals, dat de kappers dicht zijn, omdat het een contactberoep is. En dan heb ik het nog niets eens gehad over Pluis, een miezerig mannetje dat zich zo’n drie weken na een knipbeurt in mijn droge krullen nestelt. Denk: ‘Bejaarden permanentje meets ragebol.’ Van wijken weet hij niet. Hij is resistent tegen welk high-tech- curling-dry-product dan ook. Vooroverhangen met het hoofd naar beneden met een diffuser, het zal hem een zorg zijn. En daarom heb ik een kapper.
Echtgenoot T. is de beroerdste niet. Hij wijst mij graag en indringend op de ‘rijbaan’ op mijn hoofd, als de uitgroei het heeft gewonnen van de natuurlijke kleur van de kapper. Rood. Wat moet ik na zes weken? Wachten tot de maatregelen versoepeld worden? Verder met Pluis en een rijbaan met drie rijstroken?
Echtgenoot T.
Vanmorgen heb ik mezelf geknipt. Scène: roze nachtpon, zwarte kam, haarklemmetjes, kappersschaar, en hoge hakken zodat ik mezelf beter kon zien in de spiegel. Daar ging Pluis, dwarrelend op de badkamervloer. Voor even kaltgestellt. Dat wisten we alle twee.
Bij de kapper haalde ik een noodkit bestaande uit pasta voor de rijbaan, pasta voor de punten, een kwast met scherpe punt, een speciale kam voor een strakke scheiding, een kapmantel, en twee paar kobaltblauwe latex handschoenen, maat ‘net iets te krap’ voor echtgenoot T, die compleet met een kookschort gereed stond.
De loepzuivere instructies van de kapper bracht ik moeiteloos over aan T. Eerst een kruis met een kam en daarna elke centimeter een nieuwe scheiding trekken en smeren maar met die kwast.
Pasta twee ging ook gesmeerd, informatie over het effect van klodders verf op de haarlijn had exacter gekund.
Volgde het uitwassen. Kop onder de keukenkraan. Verf uitspoelen, shampoobeurt één, uitspoelen, shampoobeurt twee, uitspoelen, conditioner erin, en direct er weer uit. Volgens de kapper is die conditioner bedoeld om de ‘boel’ af te sluiten. Ik wil nooit conditioner, maar de kapper bekende dat hij het er altijd stiekem in smeert. De smiecht.
Na drie kwartier stylen, föhnen, likje serum erin, had ik een acceptabel resultaat. Wil nooit meer iemand tegen me zeggen dat ik makkelijk haar heb?
Het uiteindelijke resultaat
Willeke Stadtman
Klik hier voor de eerdere columns van Willeke Stadtman over dit onderwerp.