Column Willeke Stadtman: ‘In tijden van Corona (38)’

Het was een heerlijke week. Heel Nederland was schaatsgek, buitengek, of anderszins hyper door de vorst, de zon en de sneeuw. Mensen lieten zich door niemand weerhouden om zich desnoods met een dubbel geparkeerde auto een weg te banen naar die verrukkelijke ijsvloer.

Schaatsbaanpret in Park Oudegein. Foto: Loes van der Wal

Onder het motto: ‘natuurijs breekt wet’ leken de coronaregels ineens heel ver weg en onder het motto: ‘het kabinet zakt met het coronabeleid ook geregeld door het ijs’ zochten overmoedige schaatsers de meest onveilige schaatsplek van Nederland op: de Hofvijver. Ze hadden het kunnen weten. Alles kalft af in de buurt van het torentje, zelfs het ijs. Enfin. We waren 44.000 botbreuken verder, toen de dooi genadeloos toesloeg. Dat kon er nog wel bij op de Spoedeisende Hulp.

Ik ben trouwens een beetje pissig op de vogels. Heb ik me een week belangeloos uitgesloofd met heerlijke ochtend- en middag buffetten, bestaande uit pindazakjes, vetbollen, brood, zaadjes, halve appels, en stukjes banaan, ze talen er niet meer naar nu de sneeuw weg is. De laatste buffetresten mag ik zelf opruimen. Ik dacht dat honden opportunisten waren.

Niemand had erop gerekend, maar het werd toch nog carnaval: het Carnaval de Justice. In een tijdsbestek van 11 uur hadden we een uitspraak van de voorzieningen rechter (weg met de avondklok), de aankondiging van het Hoger beroep van de Staat tegen Viruswaarheid, een spoedappèl van de landsadvocaat ter schorsing van de uitspraak van de voorzieningenrechter, een wraking van de rechter van het spoedappèl door Engel en consorten, het bijeenkomen van de wrakingskamer, het verwerpen van de wraking, en – net voor negenen- de verlossende uitspraak in het spoedappèl. De avondklok blijft in stand tot de rechter vrijdag aanstaande vonnis wijst in het Hoger beroep. Ik wist niet dat er zoveel rechters in de coulissen klaar staan om het kabinet weer op het paard te hijsen.

Rutte wiens kapsel inmiddels symbool staat voor zijn juridische geklungel, blufte zich door diverse persconferenties heen, en schaalde de vernietigende uitspraak van de voorzieningenrechter af met de term ‘tegenvaller’.

Het kabinet gaat overigens keihard terugslaan met een spoedwet, die als het kan nog voor het Hoger beroep door de Tweede en de Eerste kamer geloodst moet worden. Een waarschijnlijk ietwat doorgesnoven ambtenaar heeft de hele nacht zitten broeden op een naam die het belang van de wet onderstreept.

Mag ik u voorstellen aan de Wet publieke gezondheid in verband met een tijdelijke bevoegdheid om het vertoeven in de openlucht te beperken teneinde de verspreiding van het SARS-CoV-2 virus zoveel mogelijk te belemmeren.

Radio 1 viel over het woord ‘vertoeven.’ Nelleke Noordervliet (ambassadeur van de geadopteerde Vergeten Woorden) verklaarde het woord ‘vertoeven’ nader. Vertoeven heeft iets poëtisch, iets romantisch, iets dat lijkt op een vakantiegevoel, het is een soort van ‘onthaast buiten zijn’, aldus Noordervliet. Ik ga ervanuit aan dat iedereen, die van zins is om te gaan vertoeven in de open lucht, daar voortaan rekening mee zal houden.

Klik hier voor de eerdere columns van Willeke Stadtman over dit onderwerp.

One thought on “Column Willeke Stadtman: ‘In tijden van Corona (38)’

  1. SC

    Vertoeven is verblijven (ik ken het alleen toegepast in een plezierige context) en ’s winters plezierig actief in de zon verblijven is goed voor het immuunstelsel: vit.D aanmaken. Dus mensen die niet tegen de kou kunnen en snel kou vatten of zo, moeten wel wat meer binnen blijven omdat coronavirussen nu eenmaal in de winter beter gedijen dan in de zomer. Iedereen die kopje onderging tijdens ijsactiviteiten: goed doorwarmen en goed uitzieken.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk