Column Willeke Stadtman: ‘In tijden van Corona (33)’

De ambiance was ernaar: een ernstige boodschap in een statige ruimte, het torentje van onze premier. Als daar woorden ontspruiten zijn de rapen pas echt gaar en wie de woorden uitspreekt krijgt ogenblikkelijk het aureool mee van een staatsman.

Ik kan het ook niet helpen: Rutte had eerder voor een ander perspectief gekozen – die van de gedegen bouwvakker, handen uit de mouwen, en slaan met die hamer. Overigens lagen zijn handen net niet helemaal losjes over elkaar, boven op witte papieren, die verder geen functie hadden. Slechts eenmaal raakten zijn handen echt los van de tafel. Het moment waarop hij met enig dedain de viruswappies figuurlijk weg wapperde en hen impliciet neerzette als hersenloze gekkies, die denken dat corona een onschuldig griepje is.

Enfin.

De hamer kwam neer. Keihard. Dit keer geen intelligente-, geen gedeeltelijke-, maar een harde lockdown: ‘Nederland gaat voor vijf weken op slot.’ Dat was heel sneu voor ons, ‘zeker zo vlak voor Kerst.’ Maar we hadden het afgelopen jaar veel veerkracht laten zien, dus was de kans groot dat we ons er nu ook glansrijk doorheen zouden slaan.

In de rest van de speech werden alle maatregelen met enige nadruk en op dicteersnelheid doorgenomen. De volgende ochtend brandde de discussie los over de vraag wat een essentiële winkel was en wat niet. En wat als je allebei was.

De overheid schoot te hulp met percentages. Wie voor 70% zijn omzet haalt uit eerste levensbehoeften is essentieel, mag dus open blijven en ook niet-essentiële producten verkopen. Wie voor 30% zijn omzet haalt uit levensmiddelen mag open blijven, maar moet de niet-essentiële producten afdekken; deze mogen onder geen beding verkocht worden.

’s Avonds kwamen boze en teleurgestelde winkeliers in het nieuws, die hele sneue voorbeelden aanhaalden over de verschrikkelijke rechtsongelijkheid in dit land: ‘Kijk, ik mag geen tabak verkopen en AH wel.’ Of: ‘Ik mag wel een postpakje aannemen, een postzegel verkopen, maar geen kerstkaarten en Kruidvat mag dat wel.’ In de Tweede Kamer heerste veel verontwaardiging over het sluiten van de basisscholen, die ook voor de leden van het OMT volledig uit de lucht kwam vallen.

Zo vloog dag 1 van de lockdown voorbij, er viel genoeg te beleven, de koopmansgeest bloeide en daags erna zou het polderen over de essentie van winkels vast een hoge vlucht bereiken. Op dag 2 van de lockdown maakte het kabinet korte metten met verwoede pogingen van grote winkelketens om op slinkse wijze alsnog de deuren open te houden.

Inmiddels staan er vandaag op Schiphol lange rijen voor een vlucht naar Curaçao als levend bewijs van de impact van woorden van onze premier. Tijdens een eerdere persconferentie drukte hij ons op het hart om af te zien van niet-noodzakelijke reizen naar het buitenland, behalve dan naar het Caribisch gebied. Curaçao kleurt nu oranje, net als de rest van de wereld. Dat krijg je als je goed naar de premier luistert.

Klik hier voor de eerdere columns van Willeke Stadtman over dit onderwerp.

Willeke Stadtman

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren