Het was even over tienen toen ik in de Media Markt een jeugdige verkoper aanschoot op de afdeling huistelefoons. Dat zijn van die toestellen die gewoon binnen blijven als jij naar buiten gaat. ‘Als ik u zo hoor,’ zei de verkoper, ‘kunt u het beste uit de voeten met de Panasonic. Twee toestellen, elk in een eigen oplaadstation, een voicemailfunctie en lekker grote cijfers. Misschien wel zo makkelijk voor u.’ Het was dat ik hem nodig had.
Voor de kassa stond inmiddels een enorme rij opgeschoten pubers met her en der een verdwaalde koper uit een ander tijdsgewricht. In al die jonge bleke puberhanden zag ik hetzelfde doosje bungelen: FIFA 17.
Achter mij stonden drie knapen. Een met een capuchon over het hoofd, en twee met zo’n typisch voetballers kapsel: opgeschoren zijkanten en dan bovenop zo’n lap haar, dat als een deken over de schedel ligt. Een Trump matje. Maar dan met de golf naar voren en iets voller.
‘Wat is dat eigenlijk FIFA 17?’ vroeg ik aan de capuchon. ‘Dat is een game.’ ‘Een voetbalgame,’ zei de jongen met de blonde lap. ‘Is het nieuw ofzo?’ Zelden zo’n meewarige blik gezien.
Na enig overleg waren ze eruit. De eerste versie verscheen in 1992. ‘En toen waren wij nog helemaal niet geboren,’ mispelde de jongen met de zwarte lap. Hij was een pratertje. Je moest een team kiezen, een tegenstander en dan een speler en dan was je zeg maar die speler. Zelf was hij voor Feijenoord. ‘Dat meen je niet,’ zei de capuchon. ‘Had ik dat geweten, had ik hier niet met jou in één rij gestaan.’ Hadden ze massaal pauze van school ofzo? En waar haalden ze die 52 euro vandaan?
Thuis maakte ik de Panasonic doos open. Op de voorkant stond met grote letters: Zie “Aan de slag” voordat u het apparaat in gebruik neemt. Bij het kopje veiligheidsinstructies las ik dat ik geen zware objecten op het product mocht plaatsen. Huh? En de maximale belafstand kon teruglopen als het apparaat gebruikt zou worden in de buurt van heuvels, in tunnels, onder de grond of in de buurt van metalen hekken. Verder moest ik uit de buurt blijven van andere elektrische apparaten. Dat kon ik hebben.
Dat er explosiegevaar dreigde, mocht ik de batterijen vervangen door een batterij van een verkeerd type, was van later zorg.
Echtgenoot T. deed de montage. We kozen voor een ouderwetse ringtone (type: in de gang gaat de bakelieten telefoon) met een zweem van vogelgefluit. De eerste de beste keer dat de telefoon ging, waren we er als de kippen bij. Tegelijk: T. boven en ik beneden….
Even later belde zoon P. Hij kon ons niet te pakken krijgen. Was er misschien iets met onze telefoon?