Peter Hein van Mulligen werkt voor het CBS. Hij komt daardoor regelmatig op de buis en schrijft soms ook in de krant, laatst nog in de Telegraaf. Daar kraakte hij de plannen van Henk Krol af op basis van creatief gebruik van cijfers.
Nu is het Centraal Bureau van de Statistiek een overheidsinstelling. Peter Hein ontkomt dan ook niet aan het principe van “Wiens brood men eet, wiens taal men spreekt.” We leven nu voor de verkiezingen bijna dagelijks binnen dat stramien. Dat vertaalt zich in optimistische berichten over de staatsschuld, de groeiende economie, de afnemende werkeloosheid, enz. Dat wordt vanuit het torentje geregisseerd met een aantal chef-redacteuren van de grote kranten en opiniebladen als uitvoerende toneelspelers. Na de verkiezingen beginnen ze dan aan een ander toneelstukje.
Zo moet u weten dat de staatsschuld wanneer die al daalt, dat meestal doet als percentage van ons bruto nationaal product. Wanneer dat BNP behoorlijk stijgt en de staatsschuld wat minder, daalt de staatsschuld dus als percentage. Maar in euro’s stijgt de staatsschuld meestal door. Dat is bij de huidige lage rente niet rampzalig maar wanneer de rente gaat stijgen …….. Overigens daalt de staatsschuld 200 miljoen op ongeveer bijna 400 miljard aan uitgaven. Hoera voor den Haag.
De groei van de economie bedraagt slechts twee procent en de werkeloosheidscijfers zijn gewoon fout, afhankelijk van welke definitie van dat probleem gekozen wordt. Ondertussen is de belastingdruk voor de gewone (modale en daarboven verdienende) burger behoorlijk gestegen. En worden kosten van water gas en elektriciteit mede verhoogd door toeslagen die allerlei wereldvreemde Haagse plannen moeten bekostigen. U weet het wel: windmolens draaien op subsidie en elektrische auto’s rijden op bruinkool. Wij betalen daarvoor via de gas-, elektra- en waterrekeningen. Die zijn vaak zodanig ingewikkeld gemaakt, dat het voor de gemiddelde inwoner van ons landje praktisch onleesbaar blijft. Daar gaat het toneelstukje meestal niet over.
Maar terug naar Peter Hein. Die constateert dat gepensioneerde ouderen minder koopkracht hebben. Wanneer je met pensioen gaat stijgt je inkomen niet meer en dus gaat de koopkracht omlaag! Bravo, briljant! Overigens is het inkomen van gepensioneerden zelfs iets meer gestegen dan dat van werkenden. En de huidige generatie ouderen is zelfs rijker dan ooit! Ook heel leuk bedacht.
Maar toen ik op twee en twintig jarige leeftijd ging werken bedroeg mijn salaris zeshonderd gulden waarvan ik netto ongeveer vierhonderd zeventig gulden overhield. Ik huurde een kamer in Utrecht voor negentig gulden en hield dus driehonderd en tachtig gulden over. Qua percentage was het nog niet zo slecht.
U begrijpt ook dat ouderen mede dankzij welvaart en inflatie tegenwoordig veel grotere bedragen mogen ontvangen. Waar het gedachtegoed van Petertje echter de mist in gaat, is het moment wanneer de thans de ruwweg tweeduizend plus plus euro ontvangende 65Plusser moet gaan betalen. Die negentig gulden kamerhuur van toen is tegenwoordig vijf-zeshonderd euro oftewel ruwweg 13 keer zoveel. De prijsverschillen van toen naar nu voor gas, water en elektra nog laat ik verder maar buiten beschouwing. Telt ook nog een kleine veertig procent inkomstenbelasting, een enorm bedrag aan zorgkosten, computerkosten, internetkosten, bankkosten enz., enz.
Een drie kamer appartement doet vandaag z’n acht- negenhonderd euro huur. Die rijke oudere houdt dus vaak qua percentage veel minder over dan zijn leeftijdgenoten uit 1965. En betaalt voor zijn dagelijkse levensbehoefte enorme bedragen in vergelijking met die periode. Hoezo rijke ouderen met het grootste deel van hun geld in hun woning.
Conclusie beste Peter: Klets niet te veel achter de grote baas aan en wanneer je inkomsten vergelijkt houd dan ook rekening met de uitgaven, al was het maar vanwege de gemiddelde belasting druk die boven de 50 % is gestegen, zeker wanneer we BTW en al die extra belastingen meenemen.